Theatermaker Dewi Kasmo brengt onzichtbare verhalen in de schijnwerpers

‘De personages die ik speel, is niet wie ik ben, maar zijn wel herkenbaar’
“In een klas waar ik de enige van kleur was, wist ik heel snel dat ik een eigen plek moest creëren om mijn eigen toneelstukken te maken”, vertelt Dewi Kasmo aan de Ware Tijd. Ze voegt toe uit pure noodzaak, na haar studie aan de Acteerschool in Rotterdam, in 2016 productiehuis ‘Lusu’ te hebben opgericht.

Tekst Audry Wajwakana
Beeld Privécollectie
Kasmo maakte diepe indruk met haar voorstelling ‘Duizend dagen’. Daarin stelde ze de onderbelichte koloniale geschiedenis en onzichtbaarheid van Surinaamse Javanen in Nederland aan de orde. Ze is, voor zover bekend, de eerste Surinaams-Javaanse theatermaakster in Nederland, die verhalen in een bepaald perspectief brengt voor een breed publiek, wat normaal niet wordt gedaan. “Niemand maakt een theaterstuk over Surinaamse Javanen, omdat ze niet weten wie we zijn”, durft Kasmo hardop te zeggen.

“Kan je na kolonialisme in een land met zoveel verschillende bevolkingsgroepen verder?”
Dewi Kasmo
In Nederland waar de #Metoo beweging gaande is, zijn het meer de witte vrouwen die daar het gezicht van waren. “Bijna geen vrouwen die op mij lijken”, zegt ze. Behalve haar persoonlijke ervaring, zoals de onzichtbaarheid van Surinaamse-Javanen in Nederland, maakt ze producties met maatschappelijke thema’s waarin mensen van kleur zichzelf ook kunnen herkennen.
Ze focust niet zo zeer op Surinaams-Javaans, maar merkt wel dat als ze vanuit zichzelf begint te vertellen ze universeel mensen raakt. “Marokkaanse, Turkse, Hindostaanse vrouwen komen na een voorstelling naar mij toe en zeggen zich in mijn verhaal te herkennen, omdat het niet het dominante witte perspectief is. De personages die ik speel, zijn niet wie ik ben, maar ze zijn wel herkenbaar.”
Met haar ‘Lusu’ voelt Kasmo zich hierdoor geslaagd in haar missie. Zij vertaalt wat moeilijk onder woorden is te brengen in de vorm van muziek, beweging, beeld en theaterteksten. Binnen deze multidisciplinaire werkwijze wordt gebruikgemaakt van populaire kunstvormen zoals rap en komedie om moeilijke onderwerpen bespreekbaar en toegankelijk te maken.
Discriminatie
In Nederland wordt veel gebruik gemaakt van wat de Nederlanders straattaal noemen, maar in feite Surinaamse leenwoorden zijn. Het Sranan woord ‘lusu’ is er één van en Kasmo vindt, als iemand met Surinaamse roots, dit terug te moeten claimen. “Niet alleen witte mensen mochten het gebruiken. Daar-naast vond ik de meerdere betekenis mooi”, zegt ze over de naam van haar theaterhuis.
‘Lusu’ betekent in het Surinaams losraken, maar ook kwijtraken. Dat is ook waar de kunst van Kasmo over gaat. Een stukje identiteit en cultuur kwijtraken, maar ook losgaan en het losmaken.
‘Lusu’ is opgericht uit noodzaak om een plek te creëren die zij niet vond in de bestaande theaterwereld in Nederland. Tijdens haar studie aan de HBO Acteerschool in Rotterdam (deze bestaat niet meer, … red.) was zij de enige van kleur in de klas. Een enkele keer verzorgde een docent van kleur een workshop. Als haar klas voor audities werd uitgenodigd, was er geen plek voor haar, omdat zij niet wit was. “Ik voelde me toen heel erg eenzaam”, zegt ze.
Maar Kasmo wist hierdoor ook heel snel dat als ze met theater door wilde gaan, ze zelf iets moest gaan doen. “Ik besloot Lusu op te richten en dus mijn eigen toneelstukken te maken”, verklaart ze.
Stiekem auditie gedaan
De theatermaakster is uit Surinaams-Javaanse ouders in Rotterdam geboren en opgegroeid. Al als kind hield ze van toneelstukjes maken. “In mijn kamer maakte ik een podium en trad op, soms als Whitney Houston, voor mijn poppen en knuffel teddybeer. Ik was dus al heel jong een showkind en mijn ouders hebben mij hierdoor bij het jeugdtheater ingeschreven”, herinnert ze zich.
Hoewel haar ouders haar steunden in haar passie, zagen zij in acteren geen beroep. Om hen een genoegen te doen, ging ze rechten studeren. Dat bleek niet haar ding te zijn en ze stapte over naar economie, maar ook dat bleek haar niet te liggen en ze stopte en liet de universiteit achter zich. “Ik was toen rond mijn twintigste en ben stiekem, zonder dat mijn ouders het wisten, auditie gaan doen bij de Acteerschool in Rotterdam en werd aangenomen.”
Met haar kantoorbaantje bij de overheid bekostigde zij de studie. Pas de laatste twee jaar, bij de voorstelling ‘Vies’, begrepen haar ouders dat theater maken ook een job is. “Al die jaren daarvóór dachten ze: ‘wanneer ga je nu een echte baan zoeken’”, vertelt ze lachend.
Thuisgevoel
In Nederland is het voor haar een uitdaging om de balans te vinden tussen de twee culturen. Zij identificeert zich als Surinaams-Javaans. “Maar het is een conflict voor mij. Ik voel me geen Nederlandse in Nederland.”
Dit gevoel heeft ze ook in een scene van ‘Duizend dagen’ verwerkt. …