Minister Ramdin: “Betrokkenheid vicepresident in Nederlandse strafzaak onfortuinlijk en vervelend”

“Als we publieke functies bekleden, brengt dat verantwoordelijkheden met zich mee waar we ons aan moeten houden”. Zo reageert minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) tegenover Suriname suriname, wanneer hij gevraagd wordt naar de mogelijke gevolgen voor het imago van Suriname vanwege een mogelijke betrokkenheid van vicepresident Ronnie Brunswijk in de Nederlandse strafzaak tegen Piet Wortel.
In de witwaszaak tegen Wortel speelt een partij goudstaven ter waarde van 6 miljoen euro een centrale rol. Volgens een bericht in het Algemeen Dagblad van 18 april heeft Brunswijk in een verklaring bij de notaris bevestigd dat het goud hem toebehoort. Het nieuws dat de vicepresident een dergelijke verklaring heeft ingediend bij de Nederlandse rechtbank, kwam voor Suriname als een donderslag bij heldere hemel.
Ramdin geeft aan niet op de hoogte te zijn van de correspondentie tussen Brunswijk en de Nederlandse rechtbank. Hij benadrukt dat de kwestie een persoonlijke aangelegenheid van de vp is. Echter is het volgens de BIBIS-topman van eminent belang dat bestuurders op geen enkele manier een andere attitude vertonen dan wat verwacht wordt.
“Wat mij betreft is het onfortuinlijk en vervelend dat zo’n situatie zich voordoet. Ik had gehoopt dat dit niet zou gebeuren,” vervolgt de diplomaat.
Hij legt uit dat de kwestie geen verstoring zal veroorzaken in de diplomatieke betrekkingen met het buitenland. Echter, volgens Ramdin kijkt de diplomatieke wereld vreemd op van dergelijke taferelen. Het zou hem daarom niet verbazen als collega-diplomaten hem vragen hoe het kan dat de vicepresident betrokken is bij zo’n spraakmakende strafzaak.
“Het zal me wat meer werk bezorgen wanneer mensen informeel met me praten. Het is niet prettig, we willen Suriname goed uitdragen. Dit soort praktijken helpen daar niet bij,” aldus Ramdin.
Suriname suriname heeft contact opgenomen met Humphrey Dundas, woordvoerder van de vicepresident. Het is echter niet gelukt een reactie van hem te krijgen.