Minister Ori: “Resultaten tweede kwartaal niet veelbelovend”

door

Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) noemt de voorlopige resultaten van het tweede kwartaal in het onderwijs niet veelbelovend. Dat gaf hij aan voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM). Toch erkent de minister dat er verschillen zijn tussen de verschillende onderwijsniveaus, en dat er ook serieuze uitdagingen blijven bestaan.
Bij het beroepsonderwijs verwacht de bewindsman een enorme terugval in de prestaties. Dit zou vooral te wijten zijn aan de vele acties van leerkrachten in dat segment. Voor het Algemeen Vormend Onderwijs (AVO) is de verwachting juist positief: minister Ori rekent op nog betere resultaten in dat deel van het onderwijs.
De minister merkt op dat het in verkiezingsjaren vaker voorkomt dat schoolresultaten dalen. Hij noemt onder meer de afnemende motivatie onder leerkrachten als een belangrijke factor. De demotivatie wordt volgens Ori veroorzaakt door onder andere het uitblijven van salarissen, onbetaalde overuren en de algemene sociaaleconomische situatie in het land, dat van het jaar toch de bepalende factoren zijn.
“De stijging van de brandstofprijzen, de onstabiele wisselkoers en de steeds moeilijker wordende levensomstandigheden maken het voor leerkrachten en leerlingen niet makkelijker”, aldus de bewindsman. Een blijvend punt van zorg is de braindrain binnen het onderwijs.
Steeds meer onderwijzers kiezen ervoor om uit het onderwijs te stappen en hun carrière voort te zetten in andere sectoren of zelfs in het buitenland. Dit heeft geleid tot een groeiend tekort aan vakdocenten in vrijwel alle onderwijssegmenten.
“Een groot aantal scholen beschikt momenteel niet over voldoende gekwalificeerde vakdocenten om de lessen normaal te kunnen verzorgen”, aldus Ori. Hij hoopt desondanks dat er in het derde kwartaal verbetering zichtbaar zal zijn in de prestaties van de leerlingen.
Hoewel de onderwijstopman een algemeen minder resultaat verwacht in vergelijking met het vorige schooljaar, benadrukt hij dat het ministerie zich blijft inzetten voor structurele verbeteringen in het onderwijs.