Carl Breeveld blijft actief buiten parlement

door

DOE-politicus Carl Breeveld laat zich niet uit het veld slaan door het uitblijven van een zetel in De Nationale Assemblee (DNA). In gesprek met Suriname suriname geeft Breeveld aan dat zijn maatschappelijke betrokkenheid onveranderd blijft. “Ik blijf actief voor het welzijn van land en volk,” zegt de voormalige parlementariër.
Bij de afgelopen verkiezingen haalde Breeveld ruim 500 stemmen, onvoldoende voor een zetel. Desondanks blijft hij op verschillende vlakken actief. Zo vervult hij nog steeds zijn rol als voorzitter van het departement Onderwijs binnen de Evangelische Broedergemeente in Suriname (EBGS) en is hij betrokken bij de mannenorganisatie Man mit Man. “Mijn inzet stopt niet bij verkiezingsuitslagen. Ik blijf adviseren en motiveren waar mogelijk,” zegt hij overtuigd.
Zorgen om financiële instabiliteitBreeveld uit zijn zorgen over de economische situatie in Suriname. Volgens hem is de wisselkoers opnieuw instabiel geworden, vooral rond de verkiezingsperiode. Hij benadrukt dat dit een ernstige uitdaging vormt voor de nieuwe regering. “Het is hoog tijd voor een consistent beleid. De koers moet niet dagelijks een verrassing zijn,” stelt hij.
Daarnaast doet hij een beroep op de samenleving zelf. “Als bevolking moeten we meer produceren. Alleen zo kunnen we de waarde van onze munteenheid versterken,” meent Breeveld. Hij hekelt het feit dat Suriname structureel te weinig produceert en dat politieke discussies vaak belangrijker lijken dan daadkrachtig beleid.
Kritiek op politieke voorkeurenOok het stemgedrag van de kiezer komt aan bod. Breeveld stelt dat het politieke landschap gekenmerkt blijft door oude machtsstructuren. “De meeste mensen blijven kiezen voor traditionele partijen als VHP en NDP. Vernieuwing krijgt nauwelijks kans,” aldus de politicus.
Volgens hem speelt polarisatie hierbij een grote rol. Veel kiezers zouden liever kiezen tegen een bepaalde partij dan vóór een partij waarin zij echt geloven. “Dat is een zorgwekkende trend en funest voor onze democratische ontwikkeling,” merkt hij op.
Breeveld sluit af met een kritische noot over het lage opkomstpercentage. “De groep die thuisblijft, spreekt boekdelen. Er is sprake van wantrouwen in het politieke systeem. Dat moeten we serieus nemen,” stelt Breeveld in verband met het lage opkomstpercentage.