Zestig jaar Transmigratie – ‘Er was geen plan om voor ontwikkeling te zorgen’

Het is niet af te lezen van de voorzieningen in Brokopondo dat heteigenlijk het Eldorado van Suriname is. Het zit helemaal in degoudrijke Greenstone Belt, de bosgordel loopt er dwars doorheen enonze groene energie komt van dat district. Om die elektriciteit op tekunnen wekken werden zesentwintig dorpen zestig jaar geleden onderwater gezet; transmigratie was verplicht. Wat hebben de mensenhiervoor in de plaats gehad? “Niemand heeft ons begeleid in ditvoor ons nieuwe leven”, zegt Ifna Vrede van het oude Ganze.
Tekst en beeld Euritha Tjan A Way
“Mensen zeggen Ganzee maar is Ganze met één ‘e’. Het betekentpot”, klinkt het helder. In haar gedachten gaat ze terug naar hetmoment waarop haar moeder tot aan haar kuiten in het water stond inhun huis. “Ik zie die nog zo voor me. Mijn moeder had me op dearm; ik was een jaar oud. Het water kwam al en wij waren een van delaatste families die moesten verhuizen. Mijn ouders wilden niet”,zegt Vrede. Een stuwmeer van wel 1350 km2 moest aangelegdworden. De nadruk op moeten want de mensen hadden geen keus.
Nu, zestig jaar verder ziet Vrede nog steeds de naweeën van het“ondoordachte” besluit van toen. “Niemand heeft ons gevraagdwat we willen. Het leven in het binnenland waar we afhankelijk warenvan de natuur is volkomen anders dan wat we in de transmigratiedorpenaantroffen. Er was geen begeleiding voor de mensen over hoe ze hunleven moesten inrichten in Brokopondo. Het enige dat werd gedaan iseen houten huis met twee kamers geven. Soms niet eens water.”Absoluut onvoldoende was het voor de mensen met grote gezinnen, watvaak wel het geval was in het binnenland.
Situatie BrokopondoVrede denkt dat de situatie inBrokopondo nu een gevolg zou kunnen zijn van de ontheemding van demensen uit hun eigen woongebied. Het district wordt geplaagd doorveel criminaliteit en illegale goudwinning met als gevolg vervuilingvan vrijwel alle kreken. Ook voor de uitoefening van landbouw was ergeen begeleiding. “Dat deden de mensen in het gebied van hetstuwmeer. Hoe moest dat eraan toe gaan in de dorpen die opgezet warendoor de overheid? Welke gewassen wel en welke niet? Ook daar hadniemand antwoord op”, weet Vrede.
Een paar jongeren van wie de vaders in dienst werden genomen bijSuralco vertrokken naar Paramaribo. Ook enkele anderen vertrokken.“Die hebben zich staande weten te houden, maar ze zijn zeldenteruggekomen. Ze zijn hun cultuur, hun taal en de connectie met onshier in het district kwijtgeraakt. Gezinnen gingen uit elkaar. Kortomdie gemeenschap staat niet sterk meer”, concludeert Vrede.
OntwikkelingsplanDe districtscommissaris (dc) vanBrokopondo Ludwig Mendelzoon zegt aanvullend dat er geenontwikkelingsplan is gekomen voor Brokopondo. “Dat hadtegelijkertijd met de Brokopondo overeenkomst moeten gebeuren. Maarde mensen zijn aan hun lot overgelaten en daar zien we nu nog degevolgen van.”
Het gebrek aan alternatieve werkgelegenheid dan de kleinschaligegoudmijnbouw is tekenend voor Brokopondo. Langs de weg naar Brownswegwordt het landschap waarvan bruine het water er uitziet als een cafèlatte steeds groter. Allemaal gemeenschapsbos dat steeds meeraangetast wordt. Zowel Mendelzoon als Vrede ziet daarin een nawee vande transmigratie zonder plan.
“Ik zie dat moeders vaak heel blij zijn dat hun jongens gaan werkenin de bossen op zoek naar goud en als hun dochters dingen gaanverkopen in de goudvelden. Maar ze snappen niet dat als je geenscholing heb genoten, je ook niet zal weten hoe het verdiende geld tebesteden. Op die manier blijf je arm”, zegt Vrede die zelf eenmeisjesinternaat leidt in het dorp Balingsoela. “Ik ben daar bezigmet dertig meisjes. Ik praat en praat en praat. Maar het snelle levenzonder de waarden die we vroeger kenden lijkt voor hen zoaanlokkelijk”, klinkt het bijna verdrietig.
In de steek gelatenVrede heeft het gevoel dat deoverheid Brokopondo ook nu in de steek laat. Mendelzoon ervaart datook doordat hij bijna niet kan rekenen op handhaving van regels doorde handhavingsautoriteiten in Paramaribo. “Daarom kan ik nietzeggen dat de zaken verboden zijn. Ik kan niet zeggen dat hetverboden is om naar goud te zoeken langs de weg als dehandhavingsautoriteiten die het moeten ordenen niet optreden. Erwordt hier vrijwel niet gedaan aan goudordening.”
Vrede verwacht dat ook niet. “Er zijn te veel mensen die er eenboterham aan verdienen en het brengt heel veel geld op voor hetland.” Ook het mijnen met het chemische middel Jin Chang is volgenshem niet verboden. “Weet u waarom ik dat zeg? Het komt uitParamaribo, het wordt daar binnengehaald bij de haven, opgeslagenergens in Paramaribo en dan wordt het hiernaartoe gereden. Als datalles gebeurt kan het toch niet illegaal zijn”, legt de dc uit.
Mendelzoon is blij dat er nu geïnvesteerd wordt in scholing in hetgebied. “De vorige minister en deze minister van Onderwijs hebbenscholen opgezet in het district en er komt een praktijkfaciliteit teBrokopondo. Er moet meer komen, maar ik ben alvast …