Zes jaar cel geëist tegen stiefvader voor verkrachting 13-jarige stiefdochter

De rechtbank heeft de strafzaak tegen de 48-jarige H.A. voortgezet. H.A. wordt verdacht van het seksueel misbruiken van zijn minderjarige stiefdochter tussen januari en augustus 2024. Tijdens de zitting ontkende de verdachte het misbruik, wat in schril contrast staat met eerdere politieverhoren waarin hij wel seksueel contact met het meisje verklaarde te hebben gehad.
Een politieagent bevestigde deze tegenstrijdigheid in de rechtszaal. Opvallend is dat zowel de moeder als het vermeende slachtoffer niet in de rechtbank zijn verschenen. Ze waren aanvankelijk niet bereikbaar en gaven, ondanks formele dagvaarding en zelfs een bevel tot medebrenging, geen gehoor. Hun eerdere verklaringen zijn daarom als voorgelezen beschouwd en maken deel uit van het dossier.
Het dossier beschrijft seksuele handelingen onder dwang met een minderjarige. Bewijs in de zaak omvat verklaringen van het slachtoffer en haar familieleden, naast medische rapporten. Uit onderzoek bleek dat H.A., bij afwezigheid van de moeder, pornobeelden op zijn telefoon aan zijn destijds dertienjarige stiefdochter toonde en haar geslachtsdelen betastte.
Nadat het meisje dit aan haar zus vertelde, die het weer doorgaf aan hun moeder, was het een maand rustig. Echter, toen de moeder afwezig was en de jongere broertjes buiten speelden, riep H.A. het meisje naar zich toe.
Hij dwong haar op bed, trok haar kleren uit en verkrachtte haar. Het meisje verklaarde dat dit misbruik meerdere keren gedurende acht maanden plaatsvond.
De officier van justitie heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar geëist wegens verkrachting. De zaak is uitgesteld naar 24 juni 2025 voor het pleidooi van de verdediging. H.A. blijft aangehouden.