Zero tolerance-beleid als nalatenschap van Simons

Tijdens de begrotingsbehandeling van 2025 vorige week heeft president Jennifer Simons het onderwerp corruptie nadrukkelijk op de agenda geplaatst. Zij waarschuwde haar ministers dat deelname aan corruptieve handelingen niet zonder gevolgen zal blijven. Wie zich schuldig maakt, kan volgens haar rekenen op vervolging door de procureur-generaal. Simons benadrukte dat zij een zero tolerance-beleid zal voeren, omdat zij het volk eerlijk bestuur heeft beloofd.

Toch is haar oproep niet vrij van controverse. Critici herinneren eraan dat Simons tijdens haar periode als voorzitter van De Nationale Assemblee (2010–2020) instemde met het verhogen van het leningenplafond. Dit droeg bij aan een financiële rollercoaster en vormde volgens velen een voedingsbodem voor de corruptieschandalen die de toenmalige regering kenmerkten. 

Ook worden er vraagtekens gezet bij enkele benoemingen van personen met een beladen reputatie.

Politiek perspectief

Volgens politiek analist Radjinder is de huidige koers van Simons een poging om lessen uit het verleden te trekken: “Ze kan haar eigen rol in de geschiedenis niet uitwissen, maar ze lijkt nu te streven naar een andere erfenis. Ouderdom brengt soms zelfreflectie mee, en mogelijk wil Simons juist in deze fase bewijzen dat ze staat voor integriteit.”

Radjinder plaatst de strategie ook in regionaal perspectief: “We hebben gezien hoe leiders in buurlanden de strijd tegen corruptie hebben gebruikt om hun legitimiteit te versterken. De vraag is of Simons dit echt systematisch doorzet, of dat het slechts bij symbolische waarschuwingen blijft.”

De geloofwaardigheid van het anti-corruptiebeleid hangt volgens analisten vooral af van de bereidheid van de president om ook binnen haar eigen politieke kring consequent op te treden. De samenleving wacht af of de belofte van een nieuw begin standhoudt tegenover de erfenis van een beladen verleden.