Zaak PVP tegen CHS en president pas onherroepelijk na mogelijke bodemprocedure

door

door Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO — Het Hof van Justitie (HvJ) heeft zaterdag besloten dat de Progressieve Verheffende Partij (PVP) moet worden toegelaten om zich te registeren voor deelname aan de verkiezingen. Maar dit besluit zal pas onherroepelijk zij nadat in een bodemprocedure hierover zal zijn beslist. ADVERTISEMENT

Het Hof onder leiding van president Dinesh Sewrattan, heeft wel het vonnis van de kantonrechter waarin de PVP werd geweigerd zich te registeren vernietigd, maar de weigering van het Centraal Hoofdstembureau (CHS) om de PVP te registeren en het besluit van president Chandrikapersad Santokhi om het beroep van de PVP af te wijzen, zijn geschorst.

“Het CHS moet uiterlijk maandag 24 maart om elf uur ‘s morgens de PVP registreren, met gebruikmaking van de machtiging aan twee bestuursleden en dat het CHS en de president worden veroordeeld in de proceskosten”

Afwegingen

Voor nu is de PVP op basis van het vonnis van de hoogst rechtssprekende rechtsinstantie, het Hof van Justitie, veilig en mag ze deelnemen aan de verkiezingen. De bodemprocedure, als die ooit komt, zal geen effect hebben op de deelname van de PVP.

Het HvJ heeft zijn beslissing genomen op basis van de aangedragen feiten, grieven en verweer, die door zowel de PVP, het CHS als de president zijn aangedragen. Het Hof heeft alles afgewogen tegen de Kiesregeling, de statuten en het huishoudelijk reglement van de PVP en de jurisprudentie die er is op dit stuk van onder andere de Nederlandse Hoge Raad, waar het Surinaams rechtssysteem gebruik van maakt. Het Hof heeft in twee van de vijf grieven van de PVP genoeg redenen gevonden om het vonnis van de kantonrechter te vernietigen en de beslissing van het CHS en het besuit van de president te schorsen.

CHS wel partij

Het CHS had in zijn verweer gesteld dat hij in rechte niet betrokken mag worden in deze zaak omdat hij geen natuurlijke of rechtspersoon is en vroeg het Hof om de PVP niet ontvankelijk te verklaren. Maar het College besliste dat het CHS wel degelijk partij is.

Het Hof verwees naar rechtsontwikkeling in het privaatrecht en jurisprudentie van de Hoge Raad. Deze raad heeft reeds in 1974 overwogen dat de bevoegdheid om als partij in een burgerlijk geding op te treden alleen toekomt aan natuurlijke en rechtspersonen, maar dat er wel ruimte is voor uitzonderingen.

Het Hof stelt dat in deze zaak wel die uitzondering moet worden gemaakt omdat in de kiesregeling blijkt dat het CHS in verband met de verkiezingen een aantal specifieke taken en bevoegdheden heeft die alleen hij mag uitvoeren. Deze taken zijn zelfs in 2024 bij wet uitgebreid.

Nu het CHS specifieke zelfstandige taken en bevoegdheden bezit om besluiten te nemen in verband met de registratie van politieke partijen en het indienen en controlere van lijsten, moet er van worden uitgegaan dat het op grond van de Kiesregeling met betrekking tot deze taken en bevoegdheden, wel in rechte kan worden betrokken. Het Hof verwiep dan ook het verweer van het CHS en verklaarde de PVP wel ontvankelijk.

Volmacht PVP

Het Hof vindt de volmacht die de PVP heeft gegeven aan drie bestuursleden om de partij te registeren bij het CHS voldoende hiervoor. Dat blijkt volgens het Hof ook uit de statuten en het huishoudelijk reglement van de PVP.

Het College wijst er op dat op basis van de gewijzigde statuten van de PVP bijvoorbeeld, dat het dagelijks bestuur belast is met de dagelijkse leiding van de partij. Volgens het Hof zeggen de statuten dat het hoofdbestuur belast is met de leiding van de partij. En dat het de partij in en buiten rechten vertegenwoordigd, maar dat besluiten van het hoofdbestuur genomen worden met gewone meerderheid 

“Dat het bestuur van de PVP het besluit heeft genomen en wel bij gewone meerderheid blijkt genoegzaam uit de volmacht die door vier van de vijf bestuursleden is ondertekend. Een aparte schriftelijke besluitenlijst is daarom niet nodig. Het CHS had genoegzaam kunnen begrijpen dat aan het voorschrift van de Kiesregeling is voldaan”, staat in het vonnis.

Het Hof vonniste dat de beslissing en het besluit van de president worden geschorst totdat in een bodemprocedure een onherroepelijk vonnis is voortgekomen. Het CHS moet uiterlijk maandag 24 maart om elf uur ‘s morgens de PVP registreren, met gebruikmaking van de machtiging aan twee bestuursleden en dat het CHS en de president worden veroordeeld in de proceskosten.