Winston Lame pleit voor meer betrokkenheid jongeren in overheidsbestuur

‘We moeten een gezonde mix hebben van jongeren en ouderen’

door

PARAMARIBO — “Ik had graag meer jongeren in het ministersteam gezien. Ik denk dat het goed is als steeds meer jongeren de ruimte krijgen om het land te helpen leiden.” Zo luidt het pleidooi van BEP-hoofdbestuurslid Winston Lame tegenover de Ware Tijd.

Hij juicht toe dat president Jennifer Geerlings-Simons Lalinie Gopal (Jeugdontwikkeling en Sport) en Miquella Huur (Regionale Ontwikkeling) als ministers heeft benoemd en Kelvin Koniki (Binnenlandse Zaken) als onderminister. Maar hij vindt wel dat veel meer jongeren de ruimte moeten krijgen om onder de vleugels van ervaren politici en bestuurders genoeg ervaring op te doen om in de toekomst gemakkelijker over te nemen.

“Er is nu geen formeel instituut dat werkt aan de structurele bevordering van jongerenparticipatie. Dat is jammer”

Terugval jeugdparticipatie

“In de fase waarin Suriname zich nu bevindt, begrijp ik dat je niet kan gaan experimenteren met jongeren. Wat we wel kunnen doen, is hen voldoende erbij betrekken. We moeten een gezonde mix hebben van onervaren jongeren en doorgewinterde mensen – ouderen – die het land besturen”, vindt Lame.

Hij heeft tijdens de verkiezingscampagne veel complimenten gekregen voor zijn kritische en heldere benadering van zaken. Lame was van 2007 tot en met 2011 lid van het Nationaal Jeugdparlement (NJP).

In het gesprek met de Ware Tijd stelt hij dat de positieve zichtbaarheid van jongeren over het algemeen enorm is teruggevallen in vergelijking met wat het vroeger was. Hij noemt dit één van de zaken die dringend a moet worden angepakt door de aangetreden regering.

Vruchten afgeworpen

De jonge politicus verwijst naar het complete Jeugdinstituut met het NJP als inspraakorgaan en het Caricom Jeugdambassadeursprogramma en het Millennium Development Goal-programma. “Dit waren programma’s die waren bedoeld om jongeren kennis te laten maken met onder meer het overheidsbestuursysteem. Deze zaken hebben Suriname heel goed gedaan en het land op de kaart gezet, want wij werden gezien als het beste voorbeeld in de regio”, verklaart de jonge politicus.

Volgens hem heeft dat model ook vruchten afgeworpen, omdat meerdere jongeren, die nu deel uitmaken van het overheidsbestuur, daaruit zijn voortgekomen. Hij noemt Melvin Bouva, Harish Monorath, Valerie Lalji, Joël Domini, Nisha Jakhry, Faizal Abdoelgafoer, Koniki en Huur als voorbeelden van jongeren die mede door het Jeugdinstituut zijn gevormd.

Foute beslissing

Lame vindt het daarom jammer dat de vorige regering het NJP  heeft vervangen door de Jeugdraad Suriname. “Er is nu geen formeel instituut dat werkt aan de structurele bevordering van jongerenparticipatie. Dat is jammer.”

Hij benadrukt dat het vorige systeem zorgde voor een constante aanwas van nieuwe gezichten en dat het vormingsproces continu aan de gang was. “Wat we nu hebben is ver van ideaal. We hebben op dit moment een stremming van zeker vijf jaar. Dat is een enorme achteruitgang.” Lame pleit daarom voor de herintroductie van het Nationaal Jeugdinstituut in zijn oude vorm.