Winst

GANGA / Sharda Ganga
Bouterse is dood? Okay. Ik nam een slok van mijn koffie en ging door met het voorbereiden van de kerstlunch, terwijl ik zo af en toe checkte of er meer bekend was. Ik was eigenlijk best verbaasd over mijn gebrek aan reactie.

Wat mij opviel was hoeveel woorden er werden geproduceerd vanaf het tijdstip waarop het eerste gerucht startte en de officiële berichtgeving. Heel knap, die driehonderd varianten op: ‘we weten niet waar hij is gestorven’, ‘we weten niet wanneer hij is gestorven’, ‘we weten niet waaraan hij is gestorven’, ‘we weten niet hoe zijn overschot bij hem thuis terechtkwam’.

“Zijn aanhangers en zijn tegenstanders zijn één pot nat: zij maakten allemaal van hem een mythisch figuur, larger than life“

Ik ga geen feest vieren, omdat hij dood is, maar ik zal ook geen traan om hem laten, schreef ik gisteren aan iemand. Ik heb begrip voor het verdriet van zijn nabestaanden en van de andere mensen die van hem hielden. Ik was daar nooit één van, maar onder de mensen die nu verdrietig zijn, zijn er een aantal die ik waardeer. Ik  hoef het niet eens te zijn met alles wat iemand denkt; ons verschil van mening hoeft geen obstakel te zijn voor wederzijdse waardering en samenwerken voor gezamenlijke doelen.
Ik ben ook goed bevriend met heel wat mensen die vinden dat Bouterse geweldige dingen heeft gedaan voor het land. Zolang zij de ogen niet sluiten voor de andere kant van de man – de daden, misdaden en het gedrag die weinig eervol zijn en dat ook niet willen goedpraten – kunnen we vrienden blijven.
Weet u wat mij het meest heeft verbaasd aan hem? Dat hij meermalen de kans heeft gekregen om zijn nalatenschap veilig te stellen voor meer dan alleen zijn achterban en het toch elke keer weer verpestte. Toen hij in 2010 werd gekozen, had ik tegen beter weten in, nog een sprankje hoop dat die oude manieren achterwege zouden worden gelaten.
Helaas, ook toen weer, zoals altijd ervoor, veranderde wel het jaartal en de wijze waarop hij aan de macht kwam, maar de manier waarop het spel werd gespeeld en vooral de mensen om hem heen, die zijn nooit veranderd. Er kwamen wel nieuwe bij, maar die waren gewoon ‘a chip of the old blocks’.
Je kunt nog zo een visionair zijn, maar als die visie niet gepaard gaat met het vermogen en de keus om leiding te geven aan het alledaagse, taaie, saaie, apparaat om die visie te verwezenlijken – met andere woorden om echt te besturen in al haar ingewikkeldheid en saaiheid en papieren en documenten en budgetten en feiten en harde keuzes maken en ga zo door – dan hebben we daar niet zoveel aan.
Vijfenveertig jaar lang was Bouterse de spil van het Surinaamse politiek leven. Je was voor of tegen hem. Elke verkiezing was een verkiezing tussen Bouta en de rest. Elke campagne ging over Bouta versus de rest, openlijk of bedekt. Elk falen van een niet-Bouta-regering was altijd nog Bouta’s schuld. Hij was de pispaal, het excuus voor het eigen falen.
Wat dat betreft zijn zijn aanhangers en zijn tegenstanders één pot nat: zij maakten allemaal van hem een mythisch figuur, larger than life. Maar zie: hij bleek een gewone sterveling.
Vijfenveertig jaar na zijn aantreden in onze geschiedenis zal nu elke partij moeten bewijzen: ‘wie ben je zonder Bouterse?’ En dat is wat mij betreft winst.
gangadwt@gmail.com