“Wij zijn Surinamers”: Boeroe-nazaten blikken terug en vooruit

door

Suriname staat stil bij een bijzonder moment in haar migratiegeschiedenis: de komst van de eerste Nederlandse boeren, 180 jaar geleden. De regering heeft deze dag eenmalig uitgeroepen tot nationale vrije dag. De herdenking vindt plaats in het district Saramacca, waar Stichting Sranan Boeroe (SSB) een uitgebreid programma heeft voorbereid, op vrijdag 20 juni.
De viering vangt aan met een kranslegging bij het Boerenmonument, gevolgd door het plaatsen van een grafstuk op de openbare begraafplaats. Sport en cultuur gaan hand in hand, met een 5 km wandelloop, de lancering van een fotoboek en een plechtige overhandiging van een herdenkingsmunt aan president Chan Santokhi.
Blijvende invloed op SurinameDe vestiging van de Nederlandse boeren – bekend als Boeroes – in 1845 betekende het begin van een ingrijpend en vaak moeizaam integratieproces. Toch is de invloed van deze groep tot op heden voelbaar in diverse geledingen van de samenleving. Volgens Martin Loor, secretaris van de SSB, is het moment van herdenking niet slechts nostalgie, maar ook erkenning van de offers die zijn gebracht.
“Het is goed om te bedenken… als mijn voorouders niet waren gekomen, dan was ik er ook niet,” aldus Loor. “Suriname was voor hen onbekend terrein, een sprong in het diepe. Maar ze hebben het aangedurfd, en daarom zijn wij hier vandaag.”
Culturele verdiepingDe activiteitenreeks begint reeds op woensdag 18 juni met een lezing door schrijfster en historica Cynthia McLeod in het Nationaal Archief Suriname (NAS). Hier vindt tevens de lancering van een fotoboek en een bijbehorende expositie plaats. Loor benadrukt dat het verhaal van de Boeroes deel uitmaakt van het grotere Surinaamse verhaal.
“Wij gedenken een stukje van onze afkomst, maar blijven zeggen: wij zijn Surinamers. Wij moeten hard blijven werken aan ons gezamenlijk land.”
Aard Veldhuizen. Foto: CDS
Aard Veldhuizen, penningmeester van de SSB, onderstreept het belang van deze herdenking als moment van bewustwording. “We zijn allemaal hier een bromkidyari,” zegt hij, “maar we moeten wel weten waar wij vandaan komen. Onze voorouders hebben met hun inzet de basis gelegd waarop wij vandaag kunnen voortbouwen.”
De symboliek van de herdenkingsmunt is daarbij niet te onderschatten. Deze zal namens de gemeenschap aan het staatshoofd worden overhandigd als blijvende herinnering aan de dag waarop 180 jaar geleden een nieuw hoofdstuk in de Surinaamse geschiedenis begon.