WIE BEWAAKT ONS VAN DE WAAKHONDEN?

 Net als de wildgroei van commissies, hebben onze gewapende machten en veiligheidsdiensten zich vertakt en vervlochten als struikgewas. Diensten die operationeel uiteindelijk vielen onder de juridische bevoegdheid van de president als opperbevelhebber of de procureur-generaal als hoogste vervolgingsambtenaar zijn zo vaak vervaagd, hernoemd en verschoven, dat informeel gezag belangrijker is geworden dan de handtekening die nominaal legitimiteit aan het dienstwapen toekent.
Wij krijgen het behoorlijk benauwd wanneer op klaarlichte dag, ripdeals en roofovervallen in officiële uniformen plaatsvinden of wanneer gewapende escorts van drugsladingen over de weg of het bewaken van de landing van drugsvliegtuigen, plaats hebben op ons grondgebied, door degenen die over onze veiligheid zouden moeten waken.
Wij vragen ons dan ook af, wie ons bewaakt van de waakhonden, wanneer niemand behoorlijk weet, wie de ketting in handen heeft en er met regelmaat vals gespeeld wordt. Er heeft zich in de jaren tachtig een gewapend conflict voltrokken in ons achterland, dat minstens evenveel met drugshandel te maken had, als met politiek of bevolkingsgroepen. Invloeden van over de grens, zowel crimineel, zakelijk als geopolitiek van aard, hebben daar belang bij gehad en een rol vervuld. De wapens, tactieken, training, contacten en middelen die in omloop zijn gekomen, hebben onze grenzen niet plotseling verlaten op 25 november 1987. Een schrikbarend deel van het struikgewas heeft zijn weg gevonden naar of behouden binnen het staatsapparaat, en zelfs de leiding daarvan. Via politiek, maar ook via omwegen, hebben krijgsheren en caporegimes de wereld van vuurwapens verruild voor jassen, dassen, inkt en papier. Zij vonden op hun weg politici en zakenlieden die een waakhond op het terrein konden waarderen, zonder zich af te vragen, of zij een wolf of vos binnenhaalden, die men nooit aan de ketting zou kunnen leggen. Kopstukken met kleine keizerrijkjes op overheidskosten, die in een rechtsstaat vervolgd zouden worden, worden behandeld als dierbare notabelen door politici, die in hun loyaliteit, een veilige nachtrust en een slaperig brandvrij Paramaribo zien.
Zowel de procureur-generaals als de staatshoofden die wij hebben gehad, zouden in onbewaakte momenten toegegeven hebben, dat sommige van hun waakhonden, ze nachtmerries bezorgen. Suriname scoort op de ranglijstjes van supranationale organisaties en ngo’s, nog altijd vele malen hoger in drugshandel, dan in transparantie van bestuur of op het gebied van veiligheid. Een tactische veiligheidsmedewerker die een voertuig parkeert en gemaskerd en gewapend een safe house binnenste buiten keert, schokt, vanwege het letterlijk visueel zien manifesteren, wat we eigenlijk ergens diep van binnen wél weten. De wapendragers hebben het op veel manieren veel meer voor het zeggen dan degenen die de beleidsplannen schrijven en in naam van het volk hun dagen wegvergaderen.
The post WIE BEWAAKT ONS VAN DE WAAKHONDEN? ..