Wereldbank lanceert Suriname-landenstrategie voor armoedebestrijding en werkgelegenheid

door Wilfred Leeuwin
PARAMARIBO — De Wereldbank heeft donderdag in Courtyard by Marriott de ‘Suriname-landenstrategie voor armoedebestrijding en werkgelegenheid’ gelanceerd. Haar vertegenwoordiger Diletta Doretti heeft het aangeboden aan minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning. De strategie heeft als uitgangspunt het bestrijden van armoede door het scheppen van voldoende werkgelegenheid. “Mensen moeten zelfstandig een inkomen verdienen en niet afhankelijk zijn van een overheid”, zei Raghoebarsing.

Om die reden is er ook veel voorbereidend werk verricht met de ministeries van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AWJ), Financiën en Planning, Openbare Werken en Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie. De strategie moet uiteindelijk resulteren in duurzame ontwikkeling en economische groei.

“De uitkering van koopkrachtversterking helpt, maar een deel raakt kwijt, omdat het verkeerd terechtkomt”
Minister Stanley Raghoebarsing
Twee hoofdthema’s
Volgens Doretti komt de strategie op een goed moment gezien de toekomstige investeringsplannen op het gebied van olie en gas. Maar meer nog om de manier waarop het herstelprogramma tussen Suriname en het Internationaal Monetair Fonds zich heeft ontwikkeld.
Raghoebarsing legde uit dat multilaterale financiële instellingen, waarvan de Wereldbank de grootste is, als thema hebben een einde maken aan armoede en ervoor zorgen dat mensen overal in de wereld het goed hebben. Doorgaans worden daarvoor projecten gefinancierd. Deze vinden normaal voortgang, maar eenmaal in de landen gevestigd, wordt ervoor gekozen een landenstrategie te ontwikkelen om de doelen te behalen. “Op die manier zijn al hun acties op elkaar afgestemd.”
In de landenstrategie van Suriname zijn de twee hoofdthema’s arbeid/arbeidsmarkt en bedrijfsleven opgenomen. “Dat zijn twee heel belangrijke thema’s voor ons land en onze toekomst, zeker richting olie en gas, maar vooral de sectoren er zonder”, zei Raghoebarsing. De Wereldbank richt zich vooral op aspecten die niet direct daarmee hebben te maken.
Geld beter besteden
In een eerder onderzoek over armoedebestrijding was gebleken dat met betere besteding van dezelfde hoeveelheid geld die wordt besteed aan het sociale programma van het herstelplan met het IMF de armoede in Suriname kan worden teruggebracht van 17,5 procent naar 2,5 procent. Het aanpakken van armoede vereist volgens de bewindsman wel dat zaken op het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting anders moeten worden aangepakt.
Uit het onderzoek is ook gebleken dat voor duurzame bestrijding van armoede moet worden geïnvesteerd in kinderen, gezinnen met veel kinderen, onderwijs en basis gezondheidszorg. De uitkering van koopkrachtversterking zal volledig moeten worden geëvalueerd. “Het helpt, maar een deel raakt kwijt, omdat het verkeerd terechtkomt”, aldus Raghoebarsing.
Trainingen
In de sector arbeid worden nu al trainingen verzorgd in samenwerking met AWJ onder de naam ‘Wroko foe mek moni’. Financiën en Planning heeft het programma ‘Bureau gemeenschapsprojecten’, waar personen na een training te hebben doorlopen een basispakket aan materiaal krijgen om zelfstandig verder te kunnen.
De strategie is tot stand gekomen na een lange periode van consultaties met instanties binnen en buiten de overheid en individuele personen. Het plan duurt vijf jaar. Er is nog niet vastgesteld hoeveel geld er beschikbaar voor is.
Suriname mag bij de uitvoering rekenen op technische assistentie van de Wereldbank. Eén van de projecten die in dit verband wordt uitgevoerd, is de rehabilitatie van het Saramaccakanaal, om de ontwatering van Paramaribo te verbeteren.