“Weinig partijen bekend met programmatisch plannen en ontwerpen”

Weinig partijen lijken bekend te zijn met de basisprincipes van programmatisch plannen en ontwerpen. Dit zegt het BINI Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur in haar rapport op de evaluatie van de verkiezingsprogramma’s van aan de stembusgang deelnemende politieke organisaties. De programma’s zijn thematisch en algemeen beschouwd. BINI merkt op dat de logische samenhang tussen een visie, missie, doelen, uitgewerkt in strategieën en acties, veelal ontbreekt.

ADVERTENTIE

“Dit gebrek aan planningsinzicht wordt al decennialang gedemonstreerd in de wijze van beleidvoeren. Wat wij graag willen zien in verkiezingsprogramma’s is dat er tenminste een realistisch beleid is en een visie die duidelijk geformuleerd moet zijn, en met mensenrechten, inspraak, goed bestuur en duurzaamheid door alles heen, in plaats van slechts populistische kreten of mooie beloften.”
Geconstateerd wordt dat geen van de partijen een duidelijk en concreet plan heeft voor de inkomsten uit het GranMorgu (Blok 58) project. Geen van ze lijkt de urgentie te beseffen van acties die ondernomen moeten worden om Suriname ready te maken voor de periode na 2028, zoals instituten versterken, wetgeving, handhaving, planning en goed bestuur.
Geen van de programma’s belicht (gedeeltelijke) privatisering van verlieslatende overheidsbedrijven. De toekomstige overheid zou zich volgens het BINI moeten focussen op regelgeving, handhaving, voedselzekerheid, onderwijs (door NPS benoemd als “kenniseconomie”) en binnenhalen van deskundigen op prioriteitsgebieden zoals voor olie en gas, en belastingen).
De organisatie zegt dat programma’s weldoordacht en samenhangend moeten zijn. Ze moeten in begrijpelijke taal zijn, onderbouwd, gebaseerd op bestaand onderzoek en niet op ongefundeerde meningen. Ze moeten vooral geen opsomming zijn van wensen. Dit bleek voor velen een brug te ver- de wensenlijsten wonnen het ook nu weer van onderbouwde keuzes.
BINI merkt ook op dat partijen moeite moeten hebben gedaan om een fatsoenlijk programma te produceren, waarbij de uitstraling (layout) meetellen. “Partijen die foto’s van bladzijdes publiceren, of een zodanige ‘beveiliging’ van hun producten dat het niet te doorzoeken is: dat wekt wantrouwen en irritatie.”
“De onzinnige woorden, breisels, onzin en wartaal die we zijn tegengekomen geven aan dat men de kiezer niet serieus neemt, of dat men zelf niet begrijpt waar het over gaat”, aldus BINI. De organisatie merkt verder op dat een verkiezingsprogramma geen gedrocht moet zijn en noch minder een Meerjaren Ontwikkelings Plan is.
Het advies van het BINI is dat indien er geen mensen in de partij zijn die een beetje overweg kunnen met taal en met layout, er dan professionals daarvoor betaald moeten worden. “Het kost niet meer dan een fiets of drie, een halve billboard of honderd truitjes.