Het jaar 2025 markeert een cruciaal moment in de geschiedenis van Suriname. Met een economie die wankelt onder hoge inflatie en een bevolking die worstelt met stijgende kosten van levensonderhoud, is het duidelijk dat ingrijpende economische maatregelen noodzakelijk zijn. Tegelijkertijd bieden de verwachte olie-inkomsten hoop op betere tijden. Maar hoe reëel is deze hoop? En hoe kunnen burgers en ondernemers hun levens nu al verbeteren? Het antwoord ligt in een toekomstgericht beleid dat sociale rechtvaardigheid en economische groei hand in hand laat gaan.De hoge inflatie, die al jaren een hardnekkig probleem is, treft vooral de meest kwetsbaren in de samenleving. Basisbehoeften zoals voedsel, huishuur en energie worden voor velen onbetaalbaar. Dit vraagt om een begrotingsbeleid dat meer is dan een kortetermijnoplossing. Het moet gericht zijn op structurele oplossingen die de koopkracht herstellen en de ongelijkheid verminderen. Een samenleving waarin de kloof tussen arm en rijk groeit, verliest niet alleen haar sociale cohesie, maar ook haar economische dynamiek.In mei zullen de verkiezingen voor veel kiezers draaien om deze economische zorgen. Het vermogen om goederen en diensten te kunnen kopen zonder in de schulden te raken, wordt voor velen een beslissende factor. Maar het gaat om meer dan de huishoudportemonnee. Het vertrouwen in een overheid die belooft rechtvaardig en transparant te handelen, staat eveneens op het spel. Hier ligt een kans voor politieke leiders om de bevolking te laten zien dat zij niet alleen plannen maken, maar ook daadwerkelijk resultaten kunnen boeken.De offshore olie- en gasindustrie biedt op papier veel perspectief. Het Granmorgu-olieproject zou vanaf 2028 honderden miljoenen Amerikaanse dollars per jaar aan staatsinkomsten kunnen opleveren. Maar hoe deze rijkdom zal worden verdeeld, blijft een open vraag. De geschiedenis leert dat natuurlijke rijkdommen zonder goed bestuur vaak leiden tot meer ongelijkheid en corruptie, in plaats van brede welvaart. Daarom is het essentieel dat toekomstige olie-inkomsten worden ingezet voor het versterken van onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur, zodat álle Surinamers hiervan profiteren.Het probleem is echter dat deze inkomsten nog jaren op zich laten wachten. Sommige deskundigen benadrukken dat het land pas na 2050 echt substantieel zal profiteren van de oliewinsten. Ondertussen blijft de staatsschuld een molensteen om de nek van de economie. Om deze schuldenlast te verlichten, leunt het land zwaar op leningen van internationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Dit kan alleen duurzaam zijn als het gepaard gaat met hervormingen die economische diversificatie stimuleren en de afhankelijkheid van olie verminderen.De rol van zelfstandige ondernemers en micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (MKMO’s) mag hierbij niet worden onderschat. Zij vormen de ruggengraat van de economie en bieden werkgelegenheid aan een groot deel van de bevolking. In 2025 zullen zij zowel kansen als risico’s tegenkomen. De verbeterde kredietwaardigheid van Suriname kan leiden tot lagere rentelasten en betere toegang tot financiering voor ondernemers. Maar zonder een stabiel economisch beleid en effectieve ondersteuning van de overheid, blijft de drempel om te investeren hoog.Het antwoord op deze uitdagingen is een beleid dat gelijke kansen creëert en tegelijkertijd ruimte biedt voor individuele groei. Dit betekent investeren in onderwijs en technische opleidingen, zodat burgers en bedrijven kunnen profiteren van de kansen die de offshore olie- en gasindustrie biedt. Het betekent ook het versterken van sociale vangnetten, zodat niemand achterblijft in de race naar economisch herstel.Hoewel 2025 hoop biedt op verbetering, zal het nog geen keerpunt markeren voor de economie. De voordelen van de oliehausse zullen voorlopig niet volledig doordringen tot de bevolking. Zonder daadkrachtig beleid en een effectieve verdeling van toekomstige olie-inkomsten dreigt de ongelijkheid verder toe te nemen. Tegelijkertijd biedt het jaar de kans om een nieuwe koers in te slaan en een fundament te leggen voor een rechtvaardigere en welvarender toekomst.De keuzes die in 2025 worden gemaakt, zullen decennialang doorwerken. Het is daarom cruciaal dat de overheid niet alleen denkt aan kortetermijnoplossingen, maar ook durft te investeren in de lange termijn. Sociale rechtvaardigheid en economische ambitie moeten hand in hand gaan om duurzame groei te realiseren. De nieuwe regering staat voor de uitdaging om beloftes van economische vernieuwing waar te maken en tegelijkertijd te zorgen dat mensen uit alle lagen van de bevolking profiteren van toekomstige welvaart.Voorlopig blijft de weg naar economisch herstel een lange, moeizame tocht door de woestijn. Toch kan 2025 een beginpunt zijn voor een koerswijziging die Suriname op termijn sterker en eerlijker maakt. Alleen door een doordacht en inclusief beleid kan het land uitgroeien tot een natie waar iedereen de vruchten plukt van groei en vooruitgang.Vincent Roep
- Voedingsbon voor 28 instellingen met ondersteuning China..
- Sysa: organisatie om vrouwen te leren elkaar te helpen vers…..
- Suriname rond 8e IMF-review succesvol af..
- Nurmohamed: ‘Een ministerie zonder toekomst is veranderd in…..
- IMF tevreden over hervormingen, maar economische stabilisat…..
- Nog geen resultaat rond CLAD-onderzoek misstanden Biza..
- BOG krijgt volgend jaar nieuw gebouw..
- Historische operatie, bijna 1.000 verhandelde dieren terug …..
- Subsidies aan AdeKUS laat; december-salarissen voorgeschote…..
- Hesdy Julius Tan-A-Kiam..
- ‘Harvesting Hope’: ‘Het zijn alleenstaande sterke vrouwen d…..
- Asabina: “Prestaties DNA en regering ondermaats”..
- ASRA kiest Interim bestuur..
- Opstart tweede kwartaal niet gegarandeerd..
- OM blijft erbij: Adhin is schuldig; wil vernietiging vonnis..
- Strafzaken tegen Adhin en Hoefdraad worden in januari vervo…..
- ‘Edelstenen dragen energie die helend en inspirerend kan zi…..
- Minister Kuldipsingh niet volledig tevreden over voortgang …..
- 40 maanden cel voor smokkel van cocaïne uit Suriname in Ned…..
- Bagatalliseren van het leed van onze Surinamers..
- Santokhi’s dorpspolitiek..