VS met de handen in het haar over oorlog in het Midden-Oosten

De Amerikaanse regering verkeert in grote onzekerheid nu het conflict in het Midden-Oosten dreigt uit te breiden tot een grotere oorlog. Met de Amerikaanse presidentsverkiezingen over een maand, komt deze escalatie uiterst ongelegen voor het Witte Huis.
De inspanningen van de regering-Biden om de aartsvijanden Israël en Iran gescheiden te houden zijn mislukt na een nieuwe, directe aanval van Teheran op de Joodse staat, waarbij ongeveer 180 ballistische raketten werden afgevuurd. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, verklaarde dat de aanval ‘effectief is afgeslagen’ dankzij de steun van de VS en ‘andere partners’.
President Joe Biden en vicepresident Kamala Harris kwamen enkele uren voor de raketaanvallen bijeen met hun veiligheidsteam. Ze gaven opdracht om Israël te ondersteunen bij het onderscheppen van de raketten en hielden de situatie nauwlettend in de gaten vanuit de Situation Room in het Witte Huis.
Ondertussen sprak minister van Defensie Lloyd Austin met zijn Israëlische ambtgenoot Yoav Gallant over de ‘ernstige gevolgen’ voor Iran in het geval van een directe aanval op Israël. Na de aanval voegde nationaal veiligheidsadviseur Jake Sullivan eraan toe dat de VS samen met Israël werkt aan ‘een gepast antwoord’ op deze ‘betekenisvolle escalatie door Iran’. “Er zullen consequenties zijn”, benadrukte Sullivan.
De VS hebben een Strike Group rond het vliegdekschip Abraham Lincoln gestationeerd in de Golf van Oman. Voor de Libanese kust is een amfibisch vlooteskader aanwezig, inclusief de 24e expeditie-eenheid van de mariniers, die klaarstaan om te assisteren bij een mogelijke evacuatie in Libanon.
Daarnaast zijn recent extra gevechtsvliegtuigen naar de regio gestuurd, waaronder F-22’s en A-10 aanvalsvliegtuigen. De A-10’s, bijgenaamd Warthogs – vernoemd naar het knorrende geluid van hun mitrailleurs – worden ingezet voor aanvallen op gronddoelen. Eerder dit jaar stuurde de VS ook B1-bommenwerpers naar Europa.
De Amerikaanse strategie lijkt echter te falen. De regering-Biden heeft voortdurend ingezet op de-escalatie van de spanningen tussen Israël en Iran. Na de ongekende Iraanse aanval in april, waarbij meer dan driehonderd raketten en drones werden afgevuurd en een zogenaamde rode lijn werd overschreden, riep het Witte Huis op tot kalmte. President Biden verklaarde na een crisisoverleg binnen enkele uren dat er geen vergeldingsactie zou komen, wat hem stevige kritiek opleverde van Republikeinse congresleden.
De nieuwe aanval van Iran, ditmaal met snellere ballistische raketten, markeert een verdere escalatie en benadrukt het falen van de Amerikaanse strategie. Het Midden-Oosten wordt steeds meer in de richting van een grootschaliger oorlog gedreven. Dit is bijzonder ongunstig voor de Democraten, aangezien de verkiezingen voor het presidentschap en het Congres op 5 november plaatsvinden.
Republikeinen hebben al eerder kritiek geuit op de ‘mildere aanpak’ van Iran door de regering-Biden, waaronder het vrijgeven van miljarden dollars aan bevroren tegoeden aan Teheran. Zij beweren dat dit beleid de terreur van door Iran gesteunde groepen zoals Hamas en Hezbollah heeft aangewakkerd, evenals de directe aanval van de ayatollahs op Israël. Iran ondersteunt deze terreurorganisaties, evenals de Houthi’s in Jemen. De Iraanse aanval komt kort na het Israëlische grondoffensief tegen Hezbollah in Libanon.