Vrijspraak voor verdachte in drugssmokkelzaak

door

De kantonrechter heeft de verdachte Zwen S. vrijgesproken van drugssmokkel, nadat het bewijs tegen hem niet overtuigend genoeg werd bevonden. Zwen werd eerder beschuldigd van het verzenden van een postpakket met 121 gram cocaïne, dat via het postbedrijf Pico naar Nederland zou worden verzonden.
Op 13 november 2024 werd Zwen aangehouden in Paramaribo nadat de politie het verdachte pakket in beslag had genomen tijdens een routinecontrole op de Johan Adolf Pengelluchthaven. Het pakket werd onder toezicht gehouden en geopend door een controleur.
Bij de opening bleek de inhoud – oorspronkelijk verondersteld als versnaperingen en Agar Dessert Mix – een chemische geur af te geven. De verpakking was slecht gesloten, wat aanleiding gaf tot het uitvoeren van een narco-test. Deze test toonde aan dat het pakket vermoedelijk cocaïne of een derivaat bevatte.
Het brutogewicht van de gevonden substantie was 121 gram. Het pakket was verzonden door een afzender met de naam Zwen, wat leidde tot zijn aanhouding. Zwen ontkende echter met klem betrokken te zijn bij de verzending of het aanbieden van drugs.
In zijn verklaring gaf Zwen aan dat hij op of rond 2 augustus 2024 in een hotel had verbleven. Tijdens het uitchecken ontdekte hij dat zijn identiteitskaart verloren was gegaan, maar hij had dit niet gemeld bij het hotel en geen aangifte gedaan. Zwen vermoedt dat zijn verloren ID-kaart mogelijk in handen is gekomen van iemand anders die het gebruikt heeft voor het verzenden van het pakket, maar kon dit niet onderbouwen met bewijs.
Zwen verklaarde verder dat zijn naam niet in de hoteladministratie voorkwam voor de betreffende periode, en dat hij geen postpakket ter verzending had aangeboden. Zijn vrouw zou evenmin betrokken zijn geweest bij de zending of andere druggerelateerde activiteiten. Hij benadrukte dat zijn handschrift niet overeenkwam met dat op de formulieren die aan het verdachte pakket waren gekoppeld.
Gezien het gebrek aan sluitend bewijs, besloot de magistraat Zwen vrij te spreken van de beschuldigingen. De rechter oordeelde dat de verdenkingen onvoldoende waren onderbouwd om tot een veroordeling te komen.