Vreemden eerst of Surinamers eerst?

INGEZONDEN
In uw hoofdredactioneel commentaar van zaterdag 21 september 2024 stelt u terecht deze vraag omdat er nogal wat werklozen in Suriname te vinden zijn. Nemen wij even aan dat er een mismatch is tussen vraag naar en aanbod van werknemers die in Suriname te vinden zijn, dan zal een prudente regering nadat scholingsmaatregelen zijn getroffen voor werklozen, zijn toevlucht kunnen nemen tot het buitenland. Men zou zich namelijk heel wel kunnen voorstellen dat niet voor alle tekorten op stel en sprong werknemers te vinden zijn in Suriname.

Wat belet deze regering dan zijn toevlucht te nemen tot de Surispora. Dat is dus iets anders dan de diaspora of zelfs Indiaspora. Buitenlands en Surinaams tegelijk. Mooier kunnen wij het niet maken, wel beter.

Kiezers zijn niet dom; zij hebben gemerkt hoe zij de broekriem moesten aanhalen om rond te komen terwijl sommige mensen er alleen maar rijker worden

Voor het opheffen van de achterstand in inning en invordering van belastingen kan de regering bijvoorbeeld zo terecht in Nederland. Dat werd dertig jaar geleden ook al te hulp geroepen, maar door verstokte nationalisten weer het land uitgezet. Bij de Belastingdienst in Nederland werken ook Surinamers, maar wat is er mis met Nederlanders die er werken? Die zijn ook een beetje Surinaams omdat het belastingstelsel van Suriname is overgenomen van Nederland.
Wie kreten slaakt zonder er voldoende over te hebben nagedacht, zonder een uitgewerkt plan te hebben, kan aan de leiband van het IMF zeer wel voortbouwen op de puinhopen van haar voorganger. In afwachting uiteraard van de mooie olie- en gastoekomst. Sommige mensen dromen zich er al een buik vol van. Anderen doen er alles aan om de vruchten van te plukken in kleine kring.
Het dringt niet tot hen door dat deze rijkdom toekomt aan alle Surinamers en niet aan een beperkte kring uit de boven- en onderwereld. Jammer dat De Nationale Assemblee (DNA) zich in een meer-partijenstaat monistisch gedraagt en niet dualistisch. DNA is in meerderheid een verlengstuk van de regering.
Dit land is vergeven van mensen die gebruik maken van kreten. Zo heeft de minister van Financiën onlangs aangekondigd een tweetal staatsbedrijven te willen privatiseren en wel bij wijze van proef om te kijken hoe het gaat.
Er zouden wel dertig staatsbedrijven geprivatiseerd kunnen worden omdat die verlieslijdend zijn, aldus nog steeds de minister. Knap hoor dat een minister er pas na vier jaar daarachter komt en dat terwijl vriendjes en familie van de regering gefêteerd worden in hoge functies bij dezelfde staatsbedrijven.
Privatisering van staatsbedrijven is alleen mogelijk met een degelijk en uitgewerkt plan. Tegen welke prijs kan een staatsbedrijf worden overgedragen? Wie komen in aanmerking voor overname en waaraan moet de overnemer voldoen? Mogen werknemers zomaar worden ontslagen of volgt een werknemer zijn of haar werk?
Mochten werknemers toch buiten de boot vallen, hoe worden die opgevangen met scholing, werkloosheidsuitkering, vervroegd pensioen of bemiddeling naar ander werk? Allemaal vragen die om beantwoording schreeuwen.
Wie geen middel tot een doel heeft, althans dat niet bekendmaakt, heeft iets te verbergen of weet het zelf niet. Regeren is vooruitzien en niet het produceren van mooie verhalen om haar eigen ego te strelen of kiezers te winnen. Die zal op enig moment toch wel worden afgestraft door kiezers.
Kiezers zijn niet dom; zij hebben gemerkt hoe zij de broekriem moesten aanhalen om rond te komen terwijl sommige mensen er alleen maar rijker worden. Geheel in overeenstemming met de slogan van de winnaar van de verkiezingen. W’o set ing blijkt dus niets anders te zijn dan een oproep aan licht -gelovigen.
Rinaldo van Rhemen
De redactie van de Ware Tijd stelt lezers in de gelegenheid stukken in te zenden ter publicatie. In principe worden alle ingezonden artikelen opgenomen, tenzij de inhoud schadelijk, kwetsend of beledigend is voor derden. Stukken die worden geplaatst komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de mening van de Ware Tijd. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken niet te plaatsen, of in te korten of te redigeren zonder dat die uit hun context worden gehaald.