Voormalig minister Ivan Fernald stapt uit NPS

Voormalig minister van Defensie Ivan Fernald heeft na meer dan 25 jaar zijn lidmaatschap bij de Nationale Partij Suriname (NPS) opgezegd. In een brief aan partijvoorzitter Gregory Rusland spreekt Fernald van een diep gewortelde teleurstelling over het gebrek aan interne democratie, waardering en ruimte voor kritische geluiden binnen de partijstructuren. Zijn besluit werd bevestigd in het radioprogramma Welingelichte Kringen op Radio ABC.
Fernald, jarenlang een van de prominente gezichten binnen de NPS, stelt dat de partij is verworden tot een structuur waarin het woord van de voorzitter leidend is en waarin formele organen slechts nog op papier bestaan. “Kritiek wordt genegeerd, debat wordt ontmoedigd en besluiten worden genomen vóórdat het partijcongres bijeengeroepen is,” aldus de oud-minister.
Hij verwijst onder meer naar een recente stemming binnen de partij, waarbij slechts elf stemgerechtigden aanwezig waren. Volgens Fernald doet dit ernstig afbreuk aan de democratische traditie van de partij. “Wat overblijft is een organisatie waar ontmoediging en uitsluiting centraal lijken te staan.”
Geen plaats op kandidatenlijstIn zijn verklaring blikt Fernald terug op zijn langdurige inzet voor de partij, onder andere als lid van de Adviesraad, coördinator van de Werkgroep Onderwijs, hoofd van het Wetenschappelijk Bureau (2013–2017) en redactielid van het verkiezingsprogramma. Toch werd hij bij de verkiezingen van 2015, 2020 en 2025 telkens gepasseerd voor een plek op de kandidatenlijst van De Nationale Assemblee.
“Mijn inzet is beantwoord met disrespect en structurele ondermijning,” schrijft hij. Volgens Fernald is er binnen de NPS sprake van een systematisch ontmoedigingsbeleid. “Ik accepteer geen verdere desavouering, miskenning of rancune. De maat is vol.”
Afscheid van de partij, niet van de idealenOndanks zijn vertrek benadrukt Fernald dat hij afscheid neemt van de organisatie, maar niet van haar idealen. “Ik neem geen afscheid van Grun Dyari, haar visie of haar leden. Mijn geloof in de waarde van het sociaaldemocratisch gedachtegoed blijft onaangetast.”