Voorganger C.L. geeft toe: ‘Mijn handeling was moreel-ethisch niet correct’

door

door Valerie Fris

PARAMARIBO — Voorganger C.L., die wordt verdacht van verkrachting, heeft woensdag tegenover kantonrechter Maureen Dayala toegegeven dat zijn handeling moreel-ethisch niet correct is geweest. Hij erkende dat hij inderdaad seksuele omgang heeft gehad met aangeefster B. Echter, dat gebeurde, volgens hem, met haar goedkeuring.

Het vermeende slachtoffer zou na een gebedssessie thuis bij haar zijn hand op zodanige wijze hebben aangeraakt dat hij daaruit begreep dat ze omgang wilde. “Ik zei haar nog dit gaat een andere richting op, waarop ze ‘ja’ antwoordde. Ze heeft zelf haar kleding uitgetrokken en het licht in de kamer uitgedaan”, verklaarde C.L.

“De verdachte is maatschappelijk al veroordeeld, want deze zaak verschijnt in alle dagbladen, dus hoeven wij hem niet verder te straffen door hem in detentie te houden”Advocaat Derrick Veira

De voorganger zei dat het niet goed is te spreken wat hij heeft gedaan – omgang hebben met de 22-jarige – “maar mensen kunnen fouten maken, zo ook een pastor; het is onderdeel van het mens-zijn”.

Verschillen in getuigenverklaringen

Getuige A., de voorganger van het vermeende slachtoffer die wederom was opgeroepen, werd door advocaat Derrick Veira van C.L. geconfronteerd met het feit dat getuige P. op de vorige zitting heeft ontkend met hem te hebben gesproken over de zedenzaak. P., die de geestelijke leider is van de verdachte, had toen ontkend dat hij eerdere klachten zou hebben gehad over seksueel wangedrag van C.L.

Volgens A. is dat wél gebeurd. P. zou hem hebben gevraagd om ter terechtzitting niets te zeggen over het gesprek. “Maar ik ben een man Gods en de Bijbel leert mij om eerlijk te zijn”, zei de getuige A. woensdag tegen de rechter. Hij blijft bij zijn vorige verklaring.

Veira hield hem voor dat als hij onder ede loog dit kon resulteren in gevangenneming. “Ik heb geen moment gelogen en ik heb ook niemand onder druk gezet om mij informatie te geven. Maar ik wil geen deel zijn van deze modderpoel, want er wordt gelogen hier”, reageerde A. De rechter vroeg hem daarop het woord modderpoel terug te nemen.

‘Geen bewijs verkrachting’

Behalve A. werd het vermeende slachtoffer B. wederom als getuige gehoord. Zij werd er door de verdediging van de verdachte, onder wie ook advocaat Chandra Algoe, mee geconfronteerd dat de verklaringen die zijn afgelegd bij de politie en ter terechtzitting op sommige punten verschilden. De vrouw werd op een bepaald moment zeer emotioneel omdat ze steeds moest vertellen hoe de daad zou hebben plaatsgevonden. “Ik wilde geen seks hebben met deze persoon, het ging om gebed zeg ik voor de zoveelste keer”, zei B. bijna huilend.

Raadsman Veira was woensdag ook van mening dat het handelen van zijn cliënt maatschappelijk afkeurenswaardig is. “Maar strafrechtelijk is er geen bewijs voor verkrachting. De verdachte is maatschappelijk al veroordeeld, want deze zaak verschijnt in alle dagbladen, dus hoeven wij hem niet verder te straffen door hem in detentie te houden, terwijl er geen bewijs is.” Veira vroeg daarom, mede namens Algoe, om C.L. in vrijheid te stellen.

Officier van justitie Mirella van Dijk vroeg de rechter om niet mee te gaan met het verzoek van de advocaten. Kantonrechter Dayala zei daarop dat ze eerst alles op een rij zal zetten en vóór het requisitoir van het Openbaar Ministerie op 14 mei zal beslissen als zij de pastor in voorlopige vrijheid zal stellen. De magistraat zal dit besluit nemen op 9 april. C.L. blijft vooralsnog aangehouden. De verdachte zei in zijn laatste woord dat hij vermoed dat de zaak is opgezet vanwege jaloezie van andere geestelijke leiders.