Voorafgaande toestemming vereist voor afgebrande erfgoedpanden

door

PARAMARIBO — De Commissie Monumentenzorg (CMZ) benadrukt in een persbericht dat eigenaren van beschermde monumentale panden niet zonder toestemming mogen overgaan tot het opruimen van verwoeste erfgoedlocaties. Dit zegt de commissie naar aanleiding van de brand waarbij vier beschermde monumentale panden (Henck Arronstraat: no. 36, 38, 42 en 44) donderdag in de binnenstad verloren zijn gegaan

Deze regel geldt in het bijzonder voor historische panden binnen het Werelderfgoedgebied van Paramaribo. Zowel het verwijderen van restanten als het betreden of ontruimen van de locatie vereist expliciete goedkeuring van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur én de CMZ.ADVERTISEMENT

“Tijdens deze onderzoeken worden onder andere restanten gegrafeerd, ingemeten en beoordeeld”

Voorafgaand aan elke vorm van opruiming moet worden vastgesteld of waardevolle onderdelen behouden kunnen blijven. Denk aan originele gevels, funderingen, stoepen of karakteristieke elementen uit het interieur. Deze onderdelen kunnen essentieel zijn voor documentatie, erfgoedbescherming of een mogelijke reconstructie.

De CMZ roept op tot uiterste voorzichtigheid in de afhandeling van het natraject. De afgebrande panden zijn niet alleen visueel markant, maar vormen ook een belangrijk onderdeel van het beschermd erfgoed binnen de historische binnenstad. Zorgvuldigheid is daarom geboden.

Bovendien mag de locatie niet zomaar worden betreden of opgeruimd zolang het onderzoek naar de oorzaak van de brand, waaronder mogelijke brandstichting, nog niet is afgerond door de brandweer en de politie. In dergelijke gevallen geldt het terrein als plaats delict en is het onderdeel van forensisch en bouwkundig onderzoek.

Tijdens deze onderzoeken worden onder andere restanten gegrafeerd, ingemeten en beoordeeld. Zelfs verkoolde onderdelen, zoals een houten kolom, kunnen cruciale informatie bevatten over oorspronkelijke afmetingen. Ook funderingen leveren waardevolle gegevens op over de structuur en eventuele latere uitbreidingen van het pand.

Wanneer een brandlocatie voortijdig wordt opgeruimd — zoals in het verleden helaas is voorgekomen — gaat onschatbare informatie en mogelijk waardevol materiaal voorgoed verloren. In sommige gevallen zijn zelfs na een brand nog elementen zoals gietijzeren trappen of authentieke bouwmaterialen te behouden. Deze dienen veiliggesteld te worden.

De CMZ doet dan ook een dringende oproep aan eigenaren, beleidsmakers en hulpdiensten: werk gecoördineerd en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid in het natraject van branden binnen de historische binnenstad. Alleen op die manier kan het cultureel erfgoed worden beschermd tegen definitief verlies.

De eigenaren van de recent afgebrande panden worden geadviseerd om zo spoedig mogelijk een schriftelijk verzoek tot opruiming te richten aan de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Dit stelt de CMZ in staat haar metingen, documentatie en beoordeling tijdig uit te voeren.