Voedselpakketten

door

BIJ VELEN IS de indruk ontstaan dat president Chandrikapersad Santokhi zijn jaardag maandag heeft gebruikt – of zo men wil misbruikt – om het sein te geven om te beginnen met de distributie van voedselpakketten uit India. Mensen te eten geven, moet over het algemeen worden toegejuicht, maar het is ook goed om na te gaan in welk kader zo een ‘geste’ moet worden geplaatst.

Er is al enige tijd verhoogde activiteit bij de regering te merken om mensen gunstig te stemmen. Het moment is niet willekeurig gekozen. Suriname maakt zich op voor verkiezingen op 25 mei. In ditzelfde kader kan de voedselhulp worden gezien.

Het laten opdraven van mensen op de verjaardag van de president om een voedselpakket te ontvangen is onkies

Het is intussen voldoende bekend dat de regering-Santokhi sedert haar aantreden bijna vijf jaar geleden veel zaken van voorgaande regeringen heeft overgenomen: het ‘regelen’, massaal personen in dienst nemen, koppensnellen, ondermijnen van de vrije pers, presidentiële instrumenten in het leven roepen om moeilijk op te lossen vraagstukken voor zich uit te schuiven en een grote mate van onderlinge instabiliteit te demonstreren.

Het moet de normaalste zaak zijn van een regering om haar bevolking te eten te geven. Het misbruiken van voedselpakketten om mensen gunstig te stemmen is vooral in de afgelopen bijna vijf jaar gemeengoed geworden en wordt door velen ervaren als gênant, omdat het is aangekondigd als overhandiging aan sociaal zwakkeren.

Een integraal sociaal programma is bij geen enkele geïnteresseerde bekend. Hopelijk volgen er niet meer onmenselijke taferelen, zoals jaren geleden toen politieke aanhangers oude, behoeftige mensen  in een trens deden belanden tijdens een gevecht om een pakket.

Of de overhandiging van pakketten grof of protocollair wordt verstrekt, het blijft een aalmoes, een volk onwaardig. Dezelfde politieke leiders die tegen de distributie waren, grijpen nu deze kans in de hoop om stemmen te winnen. Als de staat de boosdoener is geweest van de armoede, is het niet meer dan billijk dat de tegemoetkoming op een waardige manier gebeurt.

Men moet er geen show van maken. Het laten opdraven van mensen op de verjaardag van de president om een voedselpakket te ontvangen is onkies. Linksom of rechtsom, het blijft naar het volk toe niet fatsoenlijk. De bedenkers van deze showmomenten doen er goed aan andere simpele momenten te bedenken die de waardigheid van de Surinaamse bevolking niet aantasten. Door te volharden in populisme zal de gemeenschap de pakketten gaan halen, omdat het niet anders schijnt te kunnen, maar een hoge dunk zal men niet over hebben over politieke leiders.

De regering moet zich schamen dat terwijl Suriname alles in huis heeft, zoals vruchtbare grond om zelf voldoende voedsel te verbouwen, ze de hand ophoudt voor voedselhulp uit het buitenland om het volk te eten te geven.-.