Vlak voor vertrek: Santokhi en Amoksi Amoksi regelden ‘gouden overgangen’

In een opvallende eindsprint van hun regeerperiode hebben voormalig president Chan Santokhi en ex-minister van Justitie en Politie Kenneth Amoksi vlak voor de machtsoverdracht een reeks opmerkelijke besluiten doorgedrukt. Meer dan 25 missives werden in allerijl goedgekeurd en ondertekend, ondanks dat Jennifer Geerlings-Simons al bij enkele kandidaatstelling in De Nationale Assemblee (DNA) gekozen was tot de elfde president van de Republiek Suriname.
In een haastige regeringsraadvergadering, kort voor het officiële vertrek van de regering, werden tal van benoemingen, bevorderingen en verlengingen van zittingstermijnen op het ministerie van Justitie en Politie (JusPol) beklonken. Santokhi zette zijn handtekening onder de besluiten.
De missives variëren van benoemingen en ontheffingen in adviesfuncties tot verlengingen van zittingsduur van diverse commissies en eenmalige toekenning voor de defilé bij de inauguratie.
Zo werd onder meer SRD 246.000 toegekend voor het defilé tijdens de inauguratie van de nieuwe president. Daarnaast kreeg Raoul D. de leiding over het Kinderombudsinstituut, terwijl Malinie K. werd benoemd tot waarnemend Kinderombudspersoon, met een salaris op het niveau van een onderminister, inclusief extra toelagen.
De lijst van bevorderingen is lang: hoofdinspecteur Clade V. werd benoemd tot commissaris van politie en meerdere andere politiefunctionarissen kregen een hogere rang. Ook kreeg Helga T. een contract van SRD 19.000 per maand voor het leveren van diensten aan JusPol.
Opvallend is ook de promotie van Santusha W. en Miguel A. tot adviseurs, en de overplaatsing van bode/chauffeur Armand M. naar het secretariaat van de minister. De selectiecommissie voor de Basisopleiding Beveiligings- en Bijstandsdienst mag bovendien aanblijven.De reeks spoedbesluiten roept vragen op over de transparantie en motieven van de vertrekkende beleidsmakers. In brede kring groeit de roep om nader onderzoek naar wat velen zien als ‘gouden overgangen’ op de valreep van de macht.