VIRIBUS AUDAX; KPS op een hellend vlak

De gebeurtenissen rond de beslissing om circa 250 politiemensen te onttrekken aan hun reguliere taken om als beveiligers voor hoogwaardigheidsbekleders te fungeren, roepen serieuze vragen op over de prioriteiten van de overheid en de waardigheid van het korps politie. In dit kader is het van belang de Ambtsinstructie van het Korps Politie Suriname (KPS) en de Grondwet van Suriname in overweging te nemen.Kritische AnalyseAmbtsinstructie en GrondwetDe Ambtsinstructie van het KPS legt duidelijk de verantwoordelijkheden en taken van politiemensen vast. Het onttrekken van een aanzienlijk aantal politiemensen aan hun reguliere taken kan worden gezien als een schending van deze instructies, waarbij essentiële politietaken (zoals criminelen bestrijden en de openbare orde handhaven) in het gedrang komen. Bovendien waarborgt de Grondwet van Suriname de veiligheid en bescherming van alle burgers, niet alleen van enkele hoogwaardigheidsbekleders en of vrienden van politici, handelaren en DCs). Dit kan worden geïnterpreteerd als een belediging aan de politiemensen die dagelijks hun leven riskeren voor de gemeenschappelijke veiligheid en een niet-waarderen-van de dure, specialistische opleiding.Rol van de president, korpschef, en minister van JusPolDe president, als hoogste autoriteit van het land, draagt een grote verantwoordelijkheid in deze beslissing. Het is aan hem om ervoor te zorgen dat de politieke keuzes in lijn zijn met de veiligheidsbehoeften van het land. Als hoofd van de uitvoerende macht heeft hij de plicht om beleidsbeslissingen te maken die in het belang zijn van de gehele samenleving. De keuze agenten te detacheren voor privébeveiliging van personen die hiervoor niet in aanmerking komen getuigt echter van een gebrek aan inzicht in wat de kernverantwoordelijkheden van de politie zijn. Deze beslissing kan ook worden geïnterpreteerd als een vorm van nepotisme en kan de perceptie creëren dat politieke loyaliteit zwaarder weegt dan de openbare veiligheid. De korpschef moet de operationele onafhankelijkheid van de politie waarborgen en mag niet toezien op de ondermijning van hun effectiviteit. Hij vervult een sleutelrol in het operationele beheer van de politie en is verantwoordelijk voor het toezicht op zijn personeel. Het feit dat de korpschef deze beslissing heeft ondersteund of niet in staat was deze te weerstaan, roept vragen op over zijn begrip van de ethische en professionele normen waaronder de politie moet opereren. De korpschef moet de verantwoordelijkheid nemen om de onafhankelijkheid van de politie te beschermen en ervoor te zorgen dat agenten niet worden ingezet voor niet-functionele taken die schadelijk kunnen zijn voor het publieke vertrouwen. De minister van JusPol: De minister zou zekerheid moeten bieden dat de politie zich aan de wet houdt en haar taken naar behoren uitvoert. Het ondersteunen van een beleid dat korpsleden inzet voor (privé-)persoonsbeveiliging ondermijnt niet alleen de integriteit van de politie, maar roept ook vragen op over het leiderschap en de prioriteiten van de minister zelf. De minister heeft de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de Ambtsinstructie en het Politiehandvest worden nageleefd.DNA-leden en fractiedisciplineDe rol van de DNA-leden, en vooral die aangesloten zijn bij de coalitie, is cruciaal in deze discussie. De fractiediscipline, hoewel belangrijk voor eenheid binnen de partij, mag nooit boven het landsbelang en de veiligheid van de burgers staan. Het is essentieel dat deze leden hun rol als volksvertegenwoordigers serieus nemen en kritisch blijven tegenover beleid dat de alledaagse werking van de politie ondermijnt.Adviezen (zonder pretenties)1. Bestuurlijk Advies: Het is van belang dat er een evaluatiecommissie wordt ingesteld om het beleid rondom de middelen en inzet van de politie opnieuw te bekijken. Dit moet resulteren in een transparant en verantwoord beleid waarin de veiligheid van de burgers centraal staat. De bestaande commissie justitie en veiligheid in DNA zou deze rol op zich moeten nemen in plaats van zich als meelopers te gedragen.2. Politiek Advies: DNA-leden moeten zich actief uitspreken tegen beleid dat schadelijk is voor de publieke veiligheid en het vertrouwen in de politie. Er dient een breed maatschappelijk debat te komen over de rol en verantwoordelijkheden van de politie, en hoe deze kunnen worden versterkt.3. Ethisch Advies: Er moet een ethisch raamwerk worden opgesteld waarin de waardigheid van de politiemensen en hun beroepsmatige integriteit vooropstaan. Dit omvat ook trainingen en bewustmaking over de waarde van hun werk voor de samenleving.Conclusie: de onttrekking van politiemensen aan hun taken voor beveiliging van privé personen ondermijnt niet alleen de effectiviteit van de politie, maar vraagt ook om een heroverweging van prioriteiten door de regering. De veiligheid van de burgers moet altijd voorop staan, en de betrokken politieke actoren moeten hun verantwoordelijkheden serieus nemen.Drs. Ing. Colvin Overdiep MPhil (Criminoloog en  politieagent  van 1971-1975)