Vicepresident Brunswijk en minister Ramdin beloven medewerkers Adek en Celos uitbetaling loonsverhoging

door

Tekst en beeld Valerie Fris

PARAMARIBO — “We zijn hier om de vicepresident te ondersteunen”, liet Hugo Blanker, voorzitter van de Confederatie voor Organisaties van Landsdienaren (COL), woensdagmiddag weten op de stoep van het kabinet van de vicepresident. Hij was er met medewerkers van de Anton de Kom Universiteit (Adek) en het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname (Celos), die in beraad zijn.

Juni vorig jaar was met het universiteitsbestuur een loonsverhoging afgesproken van 20 procent. Daarna is in Ravaksur-verband en met de veiligheidsbonden een loonsverhoging van 15 procent afgesproken. “Het is een regel dat als de landsdienaren een verhoging krijgen, de gelijkgestelden die, na twee maanden, ook ontvangen. Dat is niet gebeurd en daarom zeg ik dat wij ons geld niet zijn komen zoeken maar komen halen”, reageerde een Adek-medewerker, die niet met naam in de publiciteit wil, vurig.

“Als de minister van OWC werkelijk voor zijn personeel opkomt, dan moet hij desnoods met zijn handen op tafel slaan”

Niet nagekomen belofte

Celos-medewerkster Sherida Rambharos, die de actie ook ondersteunde, zei dat door minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) was beloofd dat de verhoging plus TWK eind december 2024 zou worden uitbetaald. “Daarna werd het januari, maar ook daar kwam niets van terecht. De minister van Onderwijs heeft zich niet aan zijn belofte gehouden. Daarom zijn we vandaag bij de vp, want hij is uiteindelijk hoger dan de minister”, verklaarde Rambharos.

De ontevreden Adek-medewerker: “We hebben vaker aan de bel getrokken. Het is niet de eerste keer. We hebben brieven gestuurd naar het universiteitsbestuur, we hebben informatie opgevraagd, maar we hebben die niet gekregen.”

Ontevreden

Hij vervolgde: “We wachten niet op eind februari, want dat betekent dat de medewerkers hun kinderen niet naar school kunnen sturen of niet kunnen eten. We willen een aanvaardbare oplossing.” Blanker vulde aan: “Wanneer het gaat om het belang van de mensen uit de regering dan zijn ze altijd snel, maar voor de kleine man is het altijd moeilijk zaken te bewerkstelligen.”

De vakbondsman zei dat van het universiteitsbestuur is begrepen dat minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning met ziekteverlof is. Blanker toonde begrip voor die mededeling, maar sprak zijn afkeuring uit over de OWC-minister. “De professor weet alles, dus hij moet kunnen inschatten dat hij dat geld moet laten vrijmaken. Wanneer de minister zichzelf respecteert dan zal hij ook de medewerkers van de universiteit respecteren”, zei Blanker wat geïrriteerd.

Hij voegde toe: “Als de minister van OWC werkelijk voor zijn personeel opkomt, dan moet hij desnoods met zijn handen op tafel slaan. Wij kunnen niet in de raad van ministers zitten, maar hij wel.”

Voedselpakket

Het geduld van Blanker en de medewerkers werd beloond, want na ongeveer anderhalf uur wachten verscheen de vicepresident. “Ik heb geregeld dat de medewerkers een voedselpakket krijgen”, was één van de eerste dingen die hij zei. “Het gaat niet om een sociaal productenpakket. Combé Markt heeft de pakketten geleverd dus die moeten jullie ophalen.”

Om verdere afspraken te maken omtrent betaling van de verhogingen, belde Brunswijk terstond met minister Albert Ramdin, die waarneemt op Financiën en Planning. Hij zette de bewindsman op luidspreker, waardoor alle aanwezigen Ramdin konden horen. “We zijn bezig om het zo gauw mogelijk te betalen. Ik ga deze week nog samenzitten met de minister van Onderwijs, omdat we het precieze bedrag niet kennen”, klonk het.

Blanker eiste dat de minister deze toezegging hard zou maken door het schriftelijk vast te leggen. Zowel Ramdin als de vicepresident beloofde dat in orde te maken. De bewindslieden eisten wel dat de acties terstond werden opgeschort wat op weerstand stuitte van de medewerkers. Zij zijn wel bereid hun werkzaamheden op te pakken wanneer zij de zekerheid hebben dat ze alle TWKs en verhogingen zullen ontvangen.

De actievoerenden hebben zeker anderhalf uur moeten wachten, voordat ze vicepresident Ronnie Brunswijk konden spreken.