Vergaloperen

DE SNIJD / Armand Snijders
Ik heb helemaal niets met paarden. Ik heb bijvoorbeeld ook nooit begrepen waarom ieder ander dier dat moedertje natuur heeft voortgebracht een kop heeft, maar een paard een hoofd. Een hond heeft vier poten, een paard vier benen. Hoezo? Wat maakt het dier zo bijzonder, behalve dan dat er schijnbaar heerlijk biefstukken van kunnen worden gemaakt? Dat heb ik althans vernomen, ik heb zelf nooit de behoefte gehad een stukje te proberen. Laat ze in de wei lopen of over de prairies in het wilde westen, maar laten ze mij niet lastig vallen!

Mijn aversie tegen paarden is een paar decennia geleden ontstaan, om precies te zijn in de zomer van 1979. Toen had ik als tiener het voorrecht om zeven weken vakantie te vieren in het Midden-Oosten. Dat was toen nog relatief veilig, het Israëlische leger richtte daar destijds geen genocides aan, waarbij onschuldige kinderen en vrouwen werden afgeslacht terwijl een groot deel van de westerse wereld dat schaapachtig en oogluikend toeliet. Maar dat uiteraard terzijde.

“Recentelijk installeerde hij weer eens negen (!) presidentiële werkgroepen, zogezegd ‘voor ontwikkeling van diverse gebieden’ zo onthulde de CDS. Dat klinkt net zo vaag als het in werkelijkheid waarschijnlijk is”

Ik verbleef in Amman, de hoofdstad van Jordanië, van waaruit we vele uitstapjes maakten. Zo bezochten we Damascus (Syrië) en Israël, maar ook in Jordanië zelf bekeken we historische plaatsen. Zoals de uit rotsen gehakte stad Petra, één van de zeven wereldwonderen. Te bereiken via een lange kloof, waar miljoenen jaren geleden woest water doorheen denderde. Tegenwoordig is deze kloof de toegangsweg voor bezoekers. En daar maakte ik voor het eerst – en ook voor het laatst – kennis met het paard.
Ik had het geluk te worden uitgenodigd voor een bedoeïenenbruiloft in het oude Petra. Wat betekende dat we in het duister vanaf het hotel de kloof door moesten. Een tocht die we per paard zouden ondernemen. “Je kunt toch wel paardrijden?” vroegen de andere leden in het gezelschap, allemaal elitelui die het zich konden veroorloven thuis een paar paarden op het achtererf te hebben staan. ‘Natuurlijk’, jokte ik tienerstoer en zonder te blozen, want ik wilde mij natuurlijk niet laten kennen. In werkelijkheid had ik nog nooit zo’n edel dier van dichtbij gezien, laat staan aangeraakt.
Het werd een allesbehalve leuke tocht. Al na een paar honderd meter had ik de rest van de groep uit het oog verloren – of zij mij. Ze galoppeerden vrolijk voort, terwijl mijn paard kuierde. Wat ik ook deed, hij ging niet sneller. Hij bepaalde zwalkend zijn eigen tempo, veelvuldig struikelend over losse stenen. Ik had de route overdag al gelopen en wist hoe diep de ravijnen waren waar we langs strompelden. Als je daar in viel, was het zeer waarschijnlijk fataal. Doodsangsten heb ik in de duisternis uitgestaan!
Na een half uur begon het stomme dier echter plotsklaps te rennen; het rook zijn collega-paarden die al lang en breed op de plaats van bestemming waren aangekomen. Zelden was ik zo opgelucht een reis te hebben overleefd. Niks edel dier, een paard is gewoon een rotbeest! De terugweg legden we gelukkig per auto af. Van het hele trouwfeest kan ik mij niets meer herinneren, dat heb ik waarschijnlijk verdrongen door alle angsten die ik heb uitgestaan.
Het heeft mij in ieder geval een hele wijze les geleerd: als je ergens niet geschikt voor bent, dan moet je er ook niet aan beginnen. Want dan loop je het risico om je te vergaloperen, om maar in de paardentermen te blijven. Ik ben daarom na dit Jordaanse avontuur wijselijk ver weg gebleven van alles wat met paarden te maken heeft, zelfs een onschuldig tochtje op Curaçao naar de befaamde Christoffelberg heb ik aan mijn neus voorbij laten gaan. Die heb ik gewoon te voet beklommen.
De wijze les die ik heb geleerd, is waarschijnlijk nooit tot Chan doorgedrongen. Want anders zou hij allang zijn presidentiële sjerp aan de manjaboom hebben gehangen. Hij vergaloppeert zich vrijwel dagelijks en blijft daar onverstoorbaar mee doorgaan. Terwijl hij constant de wereld wil laten geloven dat alles fantastisch gaat dankzij zijn prudent beleid, worden we continu geconfronteerd met het tegendeel.
Een willekeurige greep van de incidenten die de afgelopen weken aan de oppervlakte kwamen: de vuilophaal in Para is al wekenlang gestagneerd omdat de ophaaldienst al maanden niet is betaald. Dat is een probleem dat zich doorlopend in vrijwel het hele land voordoet. De oplossing van de regering? Gewoon een nieuwe vuilophaler aantrekken en die andere met zijn onbetaalde rekeningen in zijn sop laten gaarkoken.
Lijnbushouders zijn afgelopen week gestart met een prikactie, omdat de achterstand in betaling van tariefsubsidie inmiddels is opgelopen …