Verdachten ‘kopen’ levensmiddelen met valse overmakingsbewijzen

door Valerie Fris

PARAMARIBO — Twee verdachten, die worden beschuldigd van oplichting, zouden telefonisch goederen hebben besteld bij onder meer Köpcke Trading Suriname en Simpex International, waarna zij valse overmakingsbewijzen van hun betaling stuurden naar de bedrijven. Nadat deze ‘betalingen’ waren ontvangen, lieten de verdachten de spullen ophalen door een chauffeur. De verdachten werden ook als getuigen tegen elkaar gehoord.

O.M. verklaarde dat hij in 2024 door een zekere Fatehmohamed werd benaderd om spijsolie te verkopen. Hij kende de man van zijn tijd die hij eerder in detentie had doorgebracht. Hoewel dezelfde spijsolie ook is aangetroffen bij medeverdachte H.R. verklaarde O.M. dat hij geen idee heeft hoe die olie bij zijn comparant is beland. Op de meeste vragen van kantonrechter Maureen Dayala antwoordde O.M. met “ik weet het niet”.

“De ernstige bewaren tegen deze verdachten staan nog overeind”Rechter Maureen Dayala

Ontkenning

O.M. zou volgens zijn verklaring, na een aanrijding, zodanig letsel hebben opgelopen dat hij niet in staat was om te werken. Hij ging vaker over de vloer bij H.R. Op vragen van Irvin Kanhai, de raadsman van H.R., antwoordde de verdachte dat “hij helemaal niet wist wie de valse betaalopdrachten opmaakte”. Kanhai zei daarop dat hij niemand wilde bezwaren, maar dat hij uit het dossier kon halen wie de valse betaalbewijzen had opgemaakt.

H.R. verklaarde als getuige dat O.M. de opdrachtgever van de actie was geweest. De spullen liet hij met een chauffeur halen, maar hij zou niet op de hoogte zijn van andere afspraken of hoe de betaling geschiedde.

Officier van justitie Mirella van Dijk benadrukte dat ook zij het dossier goed had doorgenomen waaruit bleek wat zich precies had voorgedaan. Nadat de mannen de levensmiddelen hadden laten ophalen bij de bedrijven, werden de spullen ten verkoop aangeboden.

De raadslieden van beide verdachten deden het verzoek tot in voorlopige vrijheidsstelling, echter kantonrechter Maureen Dayala wees dit verzoek af. “De ernstige bewaren tegen deze verdachten staan nog overeind”, zei de rechter.

Dayala gaf ook aan behoefte te hebben om bepaalde punten in het dossier nog eens na te gaan, zodat ze een indicatie heeft van wat zich precies heeft afgespeeld. De zaak wordt op 19 augustus verder behandeld.