Verdachte smeekt om vrijlating: “Ik heb niets gedaan”

door

De 28-jarige Alvin P. is door de kantonrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Ook is ‘de zwarte capuchon’ waarmee hij op camerabeelden verscheen, verbeurd verklaard — een kledingstuk dat hem uiteindelijk fataal werd.
De zaak draaide om de diefstal van een rugtas, gepleegd in een restaurant aan de Keizerstraat. In de tas zaten onder andere SRD 1940, een mobiele telefoon, een ear-piece, een trui, een kopie van een paspoort en een spaarboekje – allemaal eigendom van de Dominicaanse schoonmaakster R.M.
R.M. deed aangifte nadat ze de tas even op een stoel had achtergelaten tijdens het schoonmaken. Toen ze terugkeerde, was de tas verdwenen. Een andere vrouw verklaarde dat ze een man via de achterdeur had zien binnenkomen en kort daarna met een tas weer zag vertrekken.
Samen bekeken ze camerabeelden van een nabijgelegen Chinese winkel. Daarop was een man te zien met een zwarte capuchon die met een zwarte rugtas snel wegloopt.
De getuige herkende de man en bracht R.M. naar zijn vermoedelijke woning, waar hij echter niet werd aangetroffen. De zaak kreeg vervolgens een verrassende wending toen een taxichauffeur de verdachte herkende en via videocall contact opnam met de aangeefster. Zij bevestigde direct dat het om dezelfde persoon ging. Korte tijd later werd Alvin op de Daniel Ijveraardstraat aangehouden door de politie.
Vanaf het begin ontkende Alvin P. elke betrokkenheid. Bij de politie verklaarde hij: “Ik heb geen tas gestolen” en “Ik weet niet wie op het camerabeeld staat.” Ook tijdens latere verhoren bleef hij volhouden onschuldig te zijn.
Tijdens de rechtszitting smeekte hij om clementie: “Ik heb een gebroken arm. Niemand komt mij bezoeken. Stuur mij alsjeblieft naar huis. Ik heb het feit niet gepleegd.”
De rechter toonde zich echter niet overtuigd van zijn onschuld. De consistente verklaringen van de getuigen, de herkenning via videocall, en vooral de camerabeelden waren doorslaggevend. De verdachte droeg bij zijn aanhouding een zwarte capuchon, net als de persoon op de beelden. Ook de collega van R.M. bevestigde het verhaal van de aangeefster in detail.
Volgens de rechter waren de verklaringen van Alvin “wisselend en ongeloofwaardig”, tegenover “concrete en consistente verklaringen van meerdere getuigen en ondersteunend beeldmateriaal.”
De uiteindelijke uitspraak luidde: twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, en een proeftijd van twee jaar. De zwarte capuchon werd verbeurd verklaard.