Verdachte beroving warung ontkent betrokkenheid

door

door Valerie Fris

PARAMARIBO — “Ik ging toevallig langs met mijn vriendin, ik zag dat er iets was gebeurd en stapte uit om te kijken wat er was. Ik was dus niet degene die de beroving heeft gepleegd mevrouw de rechter.” Zo sprak de verdachte M.P. woensdag tegenover kantonrechter Maureen Dayala.

Hij ontkent enige betrokkenheid bij de beroving op 6 juni vorig jaar bij de warung aan de Fajadjanstraat. In deze zaak was medeverdachte J.L. op de dag van de beroving aangehouden. M.P. werd pas januari van dit jaar gearresteerd.

“Ik ging toevallig langs met mijn vriendin, ik zag dat er iets was gebeurd en stapte uit om te kijken wat er was”

Terwijl de twintigjarige beweert niet degene te zijn die de beroving heeft gepleegd, is het slachtoffer daar wel zeker van. De benadeelde, die op een eerdere zitting als getuige was gehoord, vertelde aan de kantonrechter dat er drie mannen waren die hem hebben beroofd, onder wie J.L en M.P. De derde verdachte, ene ‘Fashong’, is nog voortvluchtig.

Worsteling en schoten

“Het leek alsof deze twee verdachten (J.L. en M.P., … red.) wachtten op een sein van iemand buiten”, getuigde het slachtoffer. Plotseling kwam de derde verdachte, die buiten stond, naar binnen met een vuurwapen gericht op het slachtoffer.

J.L. en M.P. probeerden de halsketting van de benadeelde weg te trekken en in zijn broekzak te gaan, maar het slachtoffer, een militair die voor het Directoraat Nationale Veiligheid werkt, raakte in een worsteling met het duo. ‘Fashong’ heeft vervolgens enkele schoten gelost.

M.P. stelde dat een politieagent hem van de plek van de beroving had weggestuurd omdat die agent door zou hebben dat hij niet één van de rovers was. Woensdag werd één van de agenten van het politiebureau Flora, dat op de melding van de beroving was afgegaan, gehoord door de rechter. Hij gaf aan dat hij niemand had weggestuurd en ook niet met omstanders had gesproken. De zaak wordt op 25 juni verder behandeld.