Venezuela beschuldigt ExxonMobil van lobbyen en omkoping in grensgeschil met Guyana

door

De Venezolaanse vicepresident, Delcy Rodríguez, presenteerde documenten waaruit zou moeten blijken dat het Amerikaanse oliebedrijf ExxonMobil een lobbycampagne heeft opgezet om de regering van president Nicolás Maduro te destabiliseren.
Tijdens een persconferentie verklaarde Rodríguez dat ExxonMobil een lobbycampagne financierde om druk uit te oefenen op Chevron, het enige buitenlandse oliebedrijf dat door de Amerikaanse regering toestemming heeft gekregen om in Venezuela te opereren.
Volgens de gepresenteerde documenten is deze strategie niet alleen bedoeld om Chevron te verzwakken, maar heeft deze ook een breder doel: het bevorderen van sancties tegen de Venezolaanse regering.
Rodríguez wees erop dat deze acties gericht zijn op het bewerkstelligen van een regimeverandering in het land, een argument dat de langdurige politieke strijd tussen de Venezolaanse regering en Amerikaanse belangen weerspiegelt.
Een van de aspecten die Rodríguez benadrukte, is de vermelding van Juan Zarate, die wordt omschreven als “de architect van de sancties” tegen Venezuela. Zijn rol is cruciaal in deze kwestie, aangezien zijn invloed op het ontwerpen van sanctiebeleid door de jaren heen aanzienlijk is geweest.
Zarate’s connectie met ExxonMobil voegt een extra laag toe aan de vermoedens over de motivatie achter deze manoeuvres, die kunnen worden geïnterpreteerd als een bewuste poging om een reeds door interne crises verzwakte regering verder te ondermijnen.
De door de Verenigde Staten opgelegde sancties zijn een gevoelig onderwerp in Venezuela. Vicepresident Rodríguez benadrukte het economische leed dat deze maatregelen de bevolking hebben berokkend.
Als de lobbyacties van ExxonMobil waar blijken te zijn, zou dit duiden op een niveau van bedrijfsbewustzijn dat verder gaat dan louter commerciële operaties. Door op te roepen tot meer sancties, zou het bedrijf een actieve rol spelen in de humanitaire crisis waarmee het land wordt geconfronteerd, wat de verdenking en verontwaardiging van de Venezolaanse regering opwekt.
Omkoping rond de EssequiboRodríguez benadrukte de ernst van haar beschuldigingen door ExxonMobil in verband te brengen met vermeende omkopingen met betrekking tot het territoriale geschil over de Essequibo, een gebied dat wordt opgeëist door zowel Venezuela als Guyana.
“In 2017 betaalde ExxonMobil de Guyanese regering een bedrag van 18 miljoen dollar om een groep advocaten om te kopen die bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) en in het kader van de goede diensten van de VN betrokken zouden zijn,” klaagde Rodríguez aan.
De vicepresident voegde eraan toe: “Guyana handelde te kwader trouw, bespotte en keerde zich af van het proces van nieuwe bemiddelingspogingen die werden ondernomen in overeenstemming met het Genève Akkoord.”
Met betrekking tot internationale juridische stappen herhaalde Rodríguez het officiële standpunt van de Venezolaanse regering: “Venezuela erkent niets dat voortkomt uit het Internationaal Gerechtshof. Dat is altijd ons historische standpunt geweest.”
Daarnaast benadrukte zij dat Venezuela volledige bewegingsvrijheid heeft in maritieme wateren die nog gedefinieerd moeten worden.