De Van ’t Hogerhuysstraat is vandaag de dag meer dan een verkeersader. Ze is een metafoor geworden voor de stagnatie in het infrastructuurbeleid. Deze strategisch gelegen straat, die dagelijks meer dan 50.000 voertuigen verwerkt vanuit het oosten en zuiden van Paramaribo, ligt er zodanig bij dat zij niet alleen voertuigen beschadigt, maar ook het vertrouwen ondermijnt in planning, bestuur en economische vooruitgang. Op Starnieuws lazen wij van Keerpunt, onlangs het artikel van Henk J. Wip en wij waren het volkomen eens met hem, omdat de klachten niet nieuw zijn. Weggebruikers, werkgevers, ondernemers en bewoners roepen al jaren dat de toestand onhoudbaar is. De angst voor schade aan voertuigen stijgt, net als de brandstof- en onderhoudskosten, terwijl de bereikbaarheid van bedrijven vermindert en de reistijd van duizenden toenneemt. En toch verandert er bitter weinig. Hoe is dat mogelijk? Een deel van het antwoord ligt in het IDB-project ‘Improvement, Transport, Logistics and Competitiveness in Suriname’, dat al sinds 2017/2018 in de pijplijn zit. De doelstelling was helder: versterking van de concurrentiepositie van de dr. J. Sedney Haven (de Nieuwe Haven) en de verbetering van de bereikbaarheid ervan. De rehabilitatie van de Van ’t Hogerhuysstraat en de omliggende wegen vormt een cruciaal onderdeel van deze ambitie. Technische plannen lagen klaar: de straat zou van vier naar zes rijstroken gaan, in aansluiting op een nieuwe brug over het Saramaccakanaal.
Maar wat op papier een doortastend plan leek, is intussen vastgelopen in een moeras van uitblijvende uitvoering, juridische obstructies en bestuurlijke traagheid. Belangrijker nog: de verkeersdata waarop deze plannen gebaseerd zijn, dateren inmiddels van zeven tot acht jaar geleden. En het verkeer is, net als de samenleving, dynamisch. Mobiliteitsbehoeften veranderen, het aantal voertuigen neemt toe, de vervoersmodellen evolueren en de economische realiteit stelt nieuwe eisen aan logistiek en bereikbaarheid. Uit cijfers van het Algemeen Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal verzekerde voertuigen is gestegen van 240.808 in 2018 naar 257.448 in 2023, terwijl het wegennet in feite hetzelfde is gebleven, zo niet verslechterd. In combinatie met een nagenoeg onbestaand openbaar vervoer en het ontbreken van een integraal mobiliteitsbeleid, zijn de gevolgen voorspelbaar: congestie, economische schade, belasting van het milieu en ontevreden burgers.
Het grootste risico?
Dat de maatregelen die destijds zijn ontworpen, op het moment van uitvoering achterhaald zullen blijken. En dat zou zonde zijn – niet alleen van de geïnvesteerde tijd en middelen, maar vooral van het potentieel dat wél benut had kunnen worden. Want infrastructuur is niet louter een technische zaak. Het is een strategisch fundament voor economische ontwikkeling, stedelijke groei en maatschappelijk vertrouwen. De situatie dwingt tot reflectie: hoe is het mogelijk dat een project van deze schaal en urgentie, met internationale ondersteuning en duidelijke doelstellingen, zo lang is blijven hangen in voorbereiding en conflict?
En wat zegt dat over onze capaciteit als samenleving om grote infrastructurele problemen aan te pakken?
Natuurlijk is er begrip voor zorgvuldigheid, transparantie in aanbestedingen en juridische correctheid. Maar zorgvuldigheid mag geen synoniem zijn voor verlamming. Het publieke belang is groot. De schade aan het vertrouwen in beleid is immens. En de economische gevolgen van niet-handelen nemen exponentieel toe. Elke dag uitstel betekent meer achterstand.
De oproep die vandaag klinkt is dan ook tweevoudig. Ten eerste moet er dringend een actualisatie plaatsvinden van het oorspronkelijke verkeerskundige en infrastructurele ontwerp op basis van de realiteit van 2025. Niet alleen het aantal voertuigen, maar ook gedragsveranderingen, logistieke ketens, economische groeiambities en stedelijke ontwikkeling moeten daarin worden meegenomen.
Ten tweede moet de juridische impasse rond het project zo snel mogelijk worden doorbroken. Een rechterlijke uitspraak over de betwiste onderdelen van het project zou op korte termijn duidelijkheid moeten bieden, zodat herziening en uitvoering op verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden. De geschiedenis zal streng oordelen over een samenleving die investeringsmogelijkheden liet liggen vanwege gebrek aan daadkracht, visie of samenwerking. De Van ’t Hogerhuysstraat verdient beter. En Suriname verdient beter.
The post VAN ’T HOGERHUYSSTRAAT ALS SPIEGEL VAN HET GEVOERDE BELEID ..
- Reactie op: Collegiaal bestuur wat is dat?..
- Overdracht zal ordentelijk verlopen, zegt woordvoerder Saim…..
- Concessionaris Kwangu-gebied niet gekend bij onderzoek..
- Culturele tijdschriften in de Indiase diaspora..
- Defensie neemt met eerbetoon afscheid van minister Mathoera…..
- Suriname, gefeliciteerd!..
- Bosbranden teisteren Zuid-Europa: waarom het risico toeneem…..
- Presidentiële commissie inauguratie geeft vooralsnog minder…..
- Advocaten verdachte Chablani wraken kantonrechter Kuldip Si…..
- Vooraanstaande chirurg Dr. Ahmad Qandil gedood bij aanval o…..
- NDP-woordvoerder pleit voor gekozen districtscommissarissen…..
- Raghoebarsing: ‘Nieuwe regering moet uiterst zorgvuldig omg…..
- Roemer blijft governor Centrale Bank tot 2032..
- Bewoner schiet inbreker door het hoofd..
- Meer banken nodig voor uitvoering Royalties Voor Iedereen (…..
- Caricom ziet in Simons sleutelrol voor Caribische ontwikkel…..
- Panka: ‘tot morgen bestaat ruimte om wijzigingen te brengen…..
- Defensie, Arbeid en EZ nemen afscheid van Mathoera, Mac And…..
- Raymond Landveld op Buza: Suriname verdient niets minder..
- Strakke organisatie en ‘diepte’ investeringen bij aantreden…..
- President, first lady en president‑elect wonen Bastille‑dag…..