Van Dijk vraagt CHof toetsing hoofdstuk 5 grondwet

door

Advocaat Nailah van Dijk heeft vandaag bij het Constitutioneel Hof (CHof) een verzoekschrift conform artikel 12 van de Wet Constitutioneel Hof ingediend. Zij is advocaat van de 12 lo’s van de stam der Saramaccaners en van de Stichting Bureau van Saamaka Gemeenschappen (VSG). Het CHof is gevraagd om wetsartikelen te toetsen op eventuele strijdigheden.

Deze tribale gemeenschappen zijn ook al jarenlang aan het strijden voor de erkenning en uitvoering van hun tribale rechten meer specifiek hun collectieve eigendomsrechten. Er is reeds een bodemprocedure tegen de Staat Suriname lopende voor de volledige uitvoering van het Inter-Amerikaans vonnis van 2007 van de stam der Saramaccaners ca de Staat Suriname en schadevergoeding met betrekking tot schade welke de Staat Suriname met het niet naleven van het vonnis heeft veroorzaakt.
Met de indiening van dit verzoekschrift vraagt Van Dijk aan het CHof om de navolgende artikelen te toetsen aan eventuele strijdigheden met de bepalingen opgenomen in hoofdstuk 5 van de grondwet en de toepasselijke ieder verbindende verdragsbepalingen, nl.:-Artikel 1 lid 1 van het Decreet Beginselen Grondbeleid,-Artikel 4 lid 1 van het Decreet Beginselen Grondbeleid,-Artikel 4 lid 2 van het Decreet Beginselen Grondbeleid,-Artikel 3 lid 1 van het Decreet Beginselen Grondbeleid,-Artikel 3 lid 2 van het Decreet Beginselen Grondbeleid,-Artikel 4 jo artikel 3 van het Decreet Beginselen Grondbeleid,-Artikel 8 lid 1 Decreet Uitgifte domeingrond,-Artikel 8 lid 2 Decreet Uitgifte domeingrond,-Artikel 8 lid 3 Decreet Uitgifte domeingrond,-Artikel 2 lid 1 van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 2 lid 2 van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 2 lid 6 van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 6 lid 2 van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 6 lid 3 van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 6 lid 4 van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 7 lid 1 sub c van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 2 leden 1 en 2 jo artikel 6 leden 2, 3 en 4 jo artikel 7 lid sub c van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 46 lid 1 sub a van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 46 lid 1 sub b van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 46 lid 1 sub c van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 47 lid 2 van het Decreet Mijnbouw,-Artikel 46 lid 1 sub a jo artikel 46 lid 1 sub b jo artikel 46 lid 1 sub c jo artikel 47 lid 2 van het Decreet Mijnbouw,Het CHof zal nu het verzoek toetsen aan de wettelijke formaliteiten voorafgaand aan de behandeling, zegt Van Dijk. Zij wordt op de hoogte gehouden over het verloop van de behandeling. “Indien er door het Constitutioneel Hof geoordeeld wordt dat er sprake mocht zijn van eventuele strijdigheden, zal dat ertoe leiden dat die eventuele strijdige wettelijke bepalingen na die vaststelling onverbindend zullen zijn.”