Van der San: Verwijt over paniek zaaien onterecht

Eugène van der San

De reactie van Eugène van der San, als gewezen directeur van het Kabinet van de President, op de beëdigingsprocedure van de 15 nieuwe ministers en drie onderministers woensdag op het paleis heeft een staartje gekregen. Van der San wordt verweten onnodig paniek te hebben gezaaid tijdens de beëdiging door te beweren dat de beëdigingsprocedure onjuist is uitgevoerd. Hij stelt dat voorafgaand aan de eedaflegging, het presidentieel besluit waarin de ministers en onderministers zijn benoemd, ingevolge artikel 110 van de Grondwet, voorgelezen had moeten worden door Adjay Moensie, de huidige directeur van het Kabinet van de President.Van der San zegt in zijn recent artikel op Go Suriname, Reactie op: Collegiaal bestuur, wat is dat?, dat hij erop heeft gewezen dat men moet voorkomen met een valse start te beginnen, zoals de vorige regering. “Ondanks deze waarschuwing is men door middelmatigheid toch de fout ingegaan. Door de vervroegde overdracht van het presidentieel ambtssymbool op 16 juli 2020, in plaats van 12 augustus 2020, door president Desiré D. Bouterse, had de toenmalige president-elect Chandrikapersad Santokhi, samen met Albert Ramdin, al enkele dagen daarvoor op het kabinet de regie in handen genomen.”Volgens Van der San “wist Ramdin toen met ene Tewarie hoe het verdere verloop van de overdracht moest plaatsvinden, in samenspraak met Alven Roosveld”. Hij had verder geen bemoeienis met de afwikkeling. Van der San fungeerde op die dag verder als adjudant van Bouterse.Toen werd bij de beëdiging van de nieuwe ministers voor het eerst geen gevolg gegeven aan de bepaling in artikel 110 van de Grondwet, om zich voorafgaand aan de toepassing van artikel 125 van de Grondwet (het afleggen van de eed of verklaring en belofte) te houden. Aangezien Van der San als toeschouwer dezelfde omissie constateerde, werd deze doorgegeven aan de voorzitter van De Nationale Assemblée, die ter plekke was, en die aangaf dit voorval onder de aandacht van de president te zullen brengen.”Op grond van deze omissie, door gebrek aan protocollaire kennis en gebruiken, wordt deze zaak afgedaan alsof ik onnodig paniek heb veroorzaakt (terwijl wij het anders zouden doen). Strikt formeel genomen is in strijd met normen en waarden gehandeld, waarbij op geestelijk en maatschappelijk vlak een doodzonde is begaan.”Vandaar dat een herbeëdiging van de regeringsfunctionarissen op zijn plaats zou zijn, in plaats van op de gebruikelijke wijze van een bananenrepubliek over deze kwestie te praten, benadrukt Van der San.

...