Van der San: “Drempelbepaling niet in strijd met democratie”

Het is juist goed om een drempelbepaling te hebben bij het houden van verkiezingen. Zonder deze bepaling zou het een warboel worden, aangezien iedereen een eigen partij kan oprichten en meedingt naar een plek in het parlement. De kwestie van de waarborgsom kan in dat kader geplaatst worden, maar bestuurskundige en oud-directeur van het Kabinet van de President, Eugène van der San, vindt de 1-procentregeling beter.
Dat er een drempelbepaling is, druist volgens hem niet in tegen een mogelijke beperking van de democratie en rechtsstaat. De destijds gehanteerde 1-procentregeling heeft een logische grondslag, en men had deze niet zomaar mogen veranderen door een bedrag eraan te koppelen voor deelname aan de verkiezingen.
In het programma De Tafel van Suriname suriname en Rasonic TV zei de bestuurskundige dat partijen bij de eerdergenoemde regeling in staat moeten zijn om 1 procent van het aantal kiesgerechtigden als achterban te kunnen aantonen. Helaas hebben veel partijen misbruik gemaakt van deze regeling door simpelweg namen te kopiëren uit telefoonboeken en van overleden personen.
In 2018 heeft een presidentiële commissie evaluatie Kiesregeling, na hoorzittingen met alle partijen, het voorstel gedaan dat de partijen een overzichtelijke en controleerbare ledenregistratielijst moeten kunnen overleggen, of een bedrag bepalen voor deelname aan de verkiezingen. Volgens Van der San hebben de kleinere partijen toen gekozen voor het laatste, omdat het voor hen bijna onmogelijk was om 1 procent van het aantal kiesgerechtigden als leden te verzamelen. Ze vonden het toen afgesproken bedrag een goede oplossing.
Volgens de bestuurskundige hebben veel partijen in de afgelopen periode kritiek geleverd op de borgsom, omdat deze ondemocratisch zou zijn en uitsluiting van deelname aan de volksuitspraak zou bevorderen. Maar ze hadden dit kunnen voorkomen door bij de 1-procentregeling te blijven en een goede ledenregistratie bij te houden, stelt de bestuurskundige. De Nationale Assemblee had, indien ze goed had nagedacht, zich niet moeten begeven op het pad van een borgsom voor deelname aan de verkiezingen.
Van der San blijft van mening dat de 1-procentregeling eerlijker is. Een juiste oplossing zou volgens hem zijn dat het parlement had besloten om kleinere partijen, die de 1 procent aan leden niet konden verzamelen, met elkaar te laten samenwerken. In combinatie met artikel 8 van het Decreet op politieke partijen en artikel 7 van de Kiesregeling zou dit een oplossing kunnen zijn. Het zou dan een rechtsstatelijke en rechtvaardige beslissing zijn geweest. De bundeling van de partijen zou ook een alternatief voor de kiezer kunnen zijn, meent Van der San.