Vakbond Newmont vraagt VWA tot zorgvuldige beoordeling voorgenomen afvloeiing

De onderminister van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid (VWA), Raj Jadnanansing, heeft dinsdag de vakbond bij Newmont Suriname, onder leiding van de voorzitter, Joel Panka, ontvangen voor een kennismakingsgesprek. Tijdens deze ontmoeting heeft de vakbond de onderminister geïnformeerd over het voornemen van het bedrijf om 10 tot 15 procent van het personeel af te vloeien, wat volgens de bond neerkomt op ongeveer 200 werknemers. Deze aankondiging heeft volgens de bond geleid tot grote onrust onder het personeel, dat zich onzeker en gestrest voelt over de toekomst.

De vakbond benadrukte dat het bedrijf tot op heden geen concreet inzicht heeft gegeven in het exacte aantal ontslagen, noch in een sociaal programma dat de gevolgen voor de getroffen werknemers zou moeten opvangen. Volgens de bond lijdt Newmont geen verlies, maar hanteert het bedrijf een eigen interpretatie van de kostprijsberekening van goudproductie in verhouding tot de wereldmarktprijs. De kostprijs ligt volgens de bond nog steeds onder de marktprijs, waardoor de aangekondigde afvloeiing economisch niet noodzakelijk zou zijn.

De bond heeft de onderminister verzocht om deze context zwaar te laten meewegen bij een eventueel verzoek van het bedrijf tot het verkrijgen van een ontslagvergunning. Werknemers mogen volgens de bond niet brodeloos raken om uitsluitend de winst te vergroten. Er zijn reeds bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd die het personeel zwaar hebben getroffen. Verdere afvloeiing wordt door de bond als een stap te ver beschouwd.

Jadnanansing gaf aan dat de Ontslagcommissie tot op heden geen formeel verzoek tot ontslagvergunning van Newmont heeft ontvangen. Mocht een aanvraag worden ingediend, dan zal deze aan een zorgvuldig onderzoek worden onderworpen. Hij benadrukte dat de Ontslagcommissie niet over één nacht ijs gaat en dat het bedrijf overtuigend zal moeten aantonen waarom afvloeiing noodzakelijk is. Tijdens de behandeling van de ontslagaanvraag zullen zowel de werkgever als de vakbond uitvoerig worden gehoord.

Het ministerie wees daarnaast op de mogelijkheid dat werkgevers en werknemers op basis van wederzijds goedvinden tot beëindiging van de dienstbetrekking kunnen komen. Indien hierover geen overeenstemming wordt bereikt, moet de werkgever een formele ontslagaanvraag indienen, waarbij geldt dat een ontslagvergunning niet vanzelfsprekend wordt verleend. Dit is afhankelijk van de opgegeven redenen, die aan een grondige toetsing zullen worden onderworpen. De onderminister gaf aan dat hij de directie van het bedrijf wil uitnodigen om duidelijkheid te krijgen over het voorgenomen ontslagplan. Tot slot bracht de vakbond ook de lange werktijden bij Newmont onder de aandacht, evenals de impact hiervan op de veiligheid en gezondheid van het personeel.

..