Tweede Kamer vraagt om Suriname aan te spreken over betrokkenheid tankervloot Iran

door

PARAMARIBO/DEN HAAG – De Nederlandse Tweede Kamer heeft vragen gesteld over de betrokkenheid van in Suriname geregistreerde schepen bij een tankervloot die miljarden heeft opgeleverd voor Iran, ondanks de Amerikaanse sancties. Kamerleden, onder wie Eric van der Burg (VVD), hebben maar liefst negen vragen ingediend bij minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp over de kwestie. Een van de centrale vragen is hoe de Surinaamse regering aangesproken zal worden over deze situatie.

In zijn schriftelijke reactie aan de Kamer op 3 december verklaarde minister Veldkamp dat het niet de taak van Nederland is om Suriname ter verantwoording te roepen. Volgens de minister zijn er geen verdragen of afspraken tussen Nederland en Suriname geschonden. “Het lijkt te gaan om een mogelijke overtreding van Amerikaanse sancties. Het is echter niet aan Nederland om Amerikaanse wetten en sanctiemaatregelen te handhaven”, aldus Veldkamp. Hij voegde toe dat er wel een algemeen gesprek zou zijn geweest tussen de Verenigde Staten en Suriname over de Amerikaanse standpunten ten aanzien van Iran, waaronder de sancties tegen drie in Suriname geregistreerde entiteiten.

Daarnaast heeft de Tweede Kamer ook vragen gesteld over het in Nederland gevestigde advocatenkantoor International Law Firm Taheri, dat mogelijk betrokken zou zijn bij het helpen ontwijken van de Amerikaanse sancties. Minister Veldkamp gaf aan dat het kabinet niet in detail kan treden over de specifieke rol van het kantoor, maar benadrukte dat Nederland de EU-sancties tegen Iran handhaaft. “In het kader van de onderhandelingsstrategie kan het kabinet niet ingaan op mogelijke sanctiemaatregelen die genomen kunnen worden. Nederland kan wel samenwerken met de VS op verzoek, maar kan geen Amerikaanse sancties zelfstandig handhaven”, aldus de minister.