Twaalf veiligheidsambtenaren veroordeeld voor buitensporig geweld tegen arrestanten

Persrechter Alida Johanns heeft dinsdag toelichting gegeven op het vonnis in de strafzaak rond de mishandeling van zeventien arrestanten in het cellenhuis van Geyersvlijt. Het incident vond plaats in maart 2023 en betrof vijftien leden van het Korps Politie Suriname (KPS), de Beveiligings- en Bijstandsdienst Suriname (BBS) en het Korps Penitentiaire Ambtenaren (KPA).
Volgens Johanns stelde de rechter vast dat de ambtenaren buitensporig geweld hebben toegepast, terwijl er geen sprake was van verzet van de arrestanten. Op basis van verklaringen, camerabeelden, medische rapportages en foto’s van verwondingen kwam de rechtbank tot de conclusie dat het handelen van de verdachten niet gerechtvaardigd was.
Zware verwondingen bij slachtoffers
Johanns benadrukte de impact van het geweld op de arrestanten. Uit medische verklaringen blijkt dat meerdere slachtoffers ernstige verwondingen opliepen, waaronder blauwe plekken, zwellingen, bloedingen rond de ogen en oren, pijn aan de ribbenkast en zelfs bloed in de urine. Eén van de arrestanten moest met spoed naar de Spoedeisende Hulp worden gebracht. Daarnaast werden persoonlijke eigendommen, zoals voedsel en medicijnen, onbruikbaar gemaakt tijdens de celcontrole.

Het vonnis
De kantonrechter heeft twaalf ambtenaren veroordeeld tot twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan elf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast kregen zij een geldboete van SRD 5.000, te betalen binnen drie maanden. Inspecteur T., destijds hoofd van de Dienst Toezicht Cellenhuizen, kreeg een hogere geldboete van SRD 7.500. Bij niet-betaling volgt vervangende hechtenis, maar die heft de betalingsverplichting niet op.
Twee verdachten zijn vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Omdat de veroordeelden al enkele weken in voorarrest hebben gezeten en het grootste deel van hun straf voorwaardelijk is, blijven zij op vrije voeten.
Geen rechtvaardiging voor geweld
De verdediging voerde aan dat het geweld ontstond omdat arrestanten zich zouden hebben verzet toen de ambtenaren zochten naar een wapen en andere verboden voorwerpen. Uit onderzoek, waaronder camerabeelden, blijkt echter dat hiervan geen sprake was. Johanns onderstreepte dat de rechter in haar vonnis duidelijk maakte dat ambtenaren wel bevoegd zijn om geweld te gebruiken, maar alleen binnen de grenzen die het politiehandvest en het Penitentiair Besluit voorschrijven. In deze zaak is volgens de rechtbank die grens ruimschoots overschreden.