Tussen hoop en hindernissen in de opkomende olie- en gassector

Met de aankomende economische groei door de olie- en gasindustrie in Suriname, trekken steeds meer migranten uit het Caribisch gebied, Zuid-Amerika, naar ons land in de hoop op een betere toekomst. Echter, zij stuiten op diverse obstakels, variërend van hoge kosten voor verblijfsvergunningen tot beperkte toegang tot training en werkgelegenheid in de sector.
Het vorige jaar heeft de Surinaamse overheid een versnelde procedure geïntroduceerd voor het verkrijgen van werk- en verblijfsvergunningen voor buitenlandse werknemers. Maar deze procedure is alleen toegankelijk voor bedrijven met minimaal twintig werknemers en vereist een directe betaling van USD 1.500 per vergunning. Voor kleinere bedrijven en individuele migranten blijft de standaardprocedure van kracht, met kosten van ongeveer SRD 3.000. Minister Steven Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, benadrukte toentertijd, dat deze kosten niet op de werknemers mogen worden verhaald. Desondanks uiten bedrijven hun zorgen over de hoge kosten en de beperkte toegang tot de versnelde bepaalde procedure.
De olie- en gasindustrie in Suriname zal aanzienlijke werkgelegenheidskansen bieden. Echter, er is een tekort aan gekwalificeerd personeel. Hoewel er initiatieven zijn, zoals het Olie & Gas Kopprogramma aan het NATIN en trainingen verzorgd door Pro-Order Services & Logistics in samenwerking met Cariops Industrial Training Solutions, blijft de toegang tot deze opleidingen beperkt.
Staatsolie heeft het Enterprise Development Center (EDC) opgericht om de capaciteiten van de Surinaamse private sector te verhogen, voornamelijk binnen de olie- en gasindustrie. Daarnaast biedt de Kersten Group het T-BOSIET-programma aan, gericht op veiligheids- en noodprocedures voor offshore activiteiten.
Terwijl Suriname zich voorbereidt op een economische transformatie door de olie- en gasindustrie, is het essentieel dat migranten niet worden buitengesloten van deze ontwikkeling. Een inclusieve benadering, met transparant migratiebeleid en toegankelijke opleidingsprogramma’s, is cruciaal om zowel de economische groei te ondersteunen als de rechten en kansen van migranten te waarborgen
Zowel de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) als de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) hebben hun standpunten kenbaar gemaakt aan de overheid met betrekking tot migratie, verblijfsvergunningen en de participatie van lokale bedrijven en arbeidskrachten in de opkomende olie- en gassector van Suriname.
De VSB heeft haar bezorgdheid geuit over de recente gestroomlijnde werkvergunningsprocedure voor buitenlandse werknemers, waarbij bedrijven met minimaal 20 werknemers USD 1.500 per vergunning moeten betalen. De vereniging benadrukt dat deze hoge kosten en de uitsluiting van kleinere bedrijven, belemmerend kunnen werken voor economische ontwikkeling. Daarnaast wijst de VSB op de noodzaak van transparantie in de kostenstructuur en pleit zij voor een flexibele aanpak, die zowel grote als kleine bedrijven, ten goede komt.
De VSB benadrukt het belang van transparantie in de voorbereidingen en voortgang van de olie- en gassector. De vereniging roept op tot proactieve communicatie van de overheid en betrokken instanties met zowel de gemeenschap als de private sector. Dit is essentieel om onzekerheid te verminderen en een beter begrip van zakelijke kansen te bevorderen.
De ASFA benadrukt dat de economische kansen die voortvloeien uit de olie- en gasindustrie, niet uitsluitend ten goede mogen komen aan buitenlandse bedrijven. De vereniging pleit voor actieve betrokkenheid van Surinaamse bedrijven en arbeidskrachten in deze sector. Hiervoor is het essentieel dat lokale ondernemingen worden ondersteund door investeringen in onderwijs, training en technologie.
Om lokale bedrijven voor te bereiden op de kansen binnen de olie- en gasindustrie, heeft de ASFA het Program for Local Content Preparedness (PLCP) gelanceerd. Dit programma richt zich op kleine en middelgrote ondernemingen en helpt ze te voldoen aan internationale standaarden, waardoor zij kunnen deelnemen aan de toeleveringsketen van de sector.
De ASFA heeft een local content policy ingediend bij de regering, met als doel lokale bedrijven de gelegenheid te bieden diensten te leveren aan multinationals in de olie- en gasindustrie. Deze beleidslijn is bedoeld om de participatie van Surinaamse bedrijven in de sector te vergroten en een eerlijkere verdeling van welvaart binnen de economie te bevorderen.
Zowel de VSB als de ASFA onderstrepen het belang van transparantie, inclusieve participatie en capaciteitsopbouw in de context van migratie en de ontwikkeling van de olie- en gassector in Suriname. Zij pleiten voor beleidsmaatregelen die zowel grote als kleine bedrijven ondersteunen en ervoor zorgen dat de economische groei ten goede komt aan de gehele Surinaamse samenleving.
The post Tussen hoop en hindernissen in de opkomende olie- en gassector ..

...