Tsang kritisch over royement bij terugroeping

door

Assembleelid Stephen Tsang van de NDP heeft in een uitgebreid betoog zijn bezwaren geuit tegen de voorgestelde wijzigingen in de Terugroepwet. Hij waarschuwt voor de implicaties van deze wet, die volgens hem dient als een “dwang- en muilkorfmiddel” waarmee het partijbelang boven het landsbelang wordt gesteld.
Het assembleelid uitte zijn zorgen over de willekeur die deze wet in de hand kan werken en de ondermijning van de onafhankelijkheid van volksvertegenwoordigers. Tsang’s belangrijk punt van kritiek is de toevoeging van royement als grond voor terugroeping. Hij wees erop dat in 2016 juist is besloten om royement als reden te schrappen, omdat dit leden blootstelt aan de willekeur van politieke partijen.
De volksvertegenwoordiger benadrukte dat de criteria voor royement worden bepaald in de statuten van politieke organisaties, die per partij verschillen. Hierdoor kan een partijbestuur, door een eenvoudig besluit, een volksvertegenwoordiger effectief uit het parlement verwijderen. Tsang vroeg zich af hoe dit zich verhoudt tot de parlementaire onschendbaarheid.
Hij noemde ook de potentiële risico’s van deze maatregel, zoals de mogelijkheid dat een partij een voorzitter van het parlement zou kunnen royeren. Hiermee zou de leiding van het parlement ondergeschikt worden gemaakt aan een partijbestuur, wat hij zeer gevaarlijk noemde.
“Je mag de wetgevende en uitvoerende macht nooit ondergeschikt maken aan het bestuur van een politieke partij”, aldus Tsang. De parlementariër benadrukte dat vertrouwen de basis moet zijn van politieke samenwerking, niet dwangmaatregelen zoals een boeteclausule van drie miljoen Amerikaanse dollar, die volgens hem door sommige partijen wordt gebruikt.
Volgens Tsang ondermijnen dergelijke maatregelen het vertrouwen van de samenleving in de politiek en dragen ze bij aan een koloniale, autocratische manier van denken. Het assembleelid wees erop dat partijen die bang zijn voor overlopen, blijk geven van een gebrek aan vertrouwen in hun eigen leden.
In plaats van autocratische maatregelen pleitte hij voor scholing en het versterken van partijdiscipline. “Als de ideologie van je partij goed is, zullen mensen je volgen zonder strafmaatregelen”, ging hij verder.
Een ander punt van zorg is de aanvankelijke toevoeging van “slecht levensgedrag” als grond voor terugroeping. Hoewel dit uiteindelijk is geschrapt, benadrukte Tsang dat ook de huidige formuleringen rond royement en “elke andere wijze van beëindiging” van het lidmaatschap ruimte laten voor willekeur. Hij waarschuwde dat dergelijke bepalingen volksvertegenwoordigers kunnen muilkorven en hen verhinderen om landsbelang boven partijbelang te stellen.
Tsang stelde voor om de artikelen over royement (artikel 4 lid 1 en artikel 5 lid 1a) te schrappen. Zonder deze bepalingen zou er volgens hem geen probleem zijn met de voorgestelde wet. Hij sloot zijn betoog af met een oproep aan zijn collega’s in het parlement om de stem van het volk te beschermen in plaats van de stem van hun partij.
De parlementariër benadrukte dat Suriname voorop moet staan in alle parlementaire besluiten. “Aan ons wordt nu gevraagd een wet aan te nemen die ons kan muilkorven. Beseft u goed wat deze wet inhoudt en zorg ervoor dat u de stem van het volk beschermt”, aldus Tsang.