Tijd dat samenleving belang van meer vrouwen in de politiek begrijpt

Tekst en beeld Edwien Bodjie

PARAMARIBO — “We maken ons zorgen over de politieke ontwikkelingen in Suriname, vooral over de verhouding tussen mannen en vrouwen. Ik wil bijna niet meer praten over de noodzaak van meer vrouwen in de politiek, want dat zouden we als samenleving inmiddels moeten begrijpen. Wie dat niet begrijpt, zou eigenlijk naar de kinderopvang gestuurd moeten worden om daar de basisprincipes van sociale omgang te leren. Daar leer je immers al dat jongens en meisjes, mannen en vrouwen, met elkaar horen samen te werken.” Dat zegt Kirtie Algoe, docent en onderzoeker aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Zij sprak zondag tijdens de Political Brunch, georganiseerd door The Women Power Politics Foundation onder voorzitterschap van Vanessa Limon. In café AND-Jiro’s kwamen vrouwen bijeen om te praten over hun positie en invloed in de politiek.

Nog lange weg te gaanAlgoe hield een presentatie getiteld: “Hoe verder dan de quota-discussie in een quasi moreel faillissement?” Ze legde uit dat de discussie over vrouwen in de politiek verder moet gaan dan het vaststellen van een minimumaantal vrouwelijke vertegenwoordigers. “Hoe kunnen we deze discussie voeren in een situatie waarin we moreel failliet lijken te zijn?”Ze wees op de selectiviteit binnen de politiek en de historische dominantie van mannen.De inleider meent dat er sprake is van een complex krachtenveld waar vrouwen in de politiek mee te maken krijgen. In haar ogen lijkt dit op een quasi moreel faillissement. Ze benadrukte dat pressiegroepen en vrouwenorganisaties een essentiële rol spelen in het vergroten van de vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek. Ze denkt dat om Suriname vooruit te helpen twee zaken cruciaal zijn. Allereerst reflectie naar jezelf. “Wat ik noem het quasi morele faillissement – en formuleer daarop je eigen antwoord. Als die morele roep ontbreekt, dan mogen we nog zo veel machtige instrumenten hebben, het land zal niet vooruitkomen.” Het tweede is mobilisatie en activering van pressiegroepen, zowel binnen als buiten de politiek, om veilige ruimtes te creëren waarin vrouwen kunnen omgaan met de spagaat tussen quota en morele principes. “We hebben nog een lange weg te gaan. Daarom zijn bijeenkomsten zoals deze zo belangrijk.”

AchterstandUit het ‘Global Gender Gap Report 2024’ blijkt dat de politiek wereldwijd het grootste verschil laat zien tussen mannen en vrouwen in vergelijking met andere sectoren. Volgens het World Economic Forum hebben vrouwen 80 procent minder kans dan mannen om politiek invloedrijk te zijn. Vooral in Europa worden stappen gezet, maar in andere regio’s, waaronder het Caribisch gebied, blijft gendergelijkheid in de politiek achter. Ook in Suriname is die ongelijkheid zichtbaar. Er zijn zeventien ministers, van wie slechts vijf vrouwen. In De Nationale Assemblee zijn van de 52 leden slechts 15 vrouwen, wat neerkomt op 28,85 procent. In buurland Guyana ligt dat percentage al op 30. Bij de politieke partijen die deelnemen aan de verkiezingen van 2025 hebben slechts drie partijen een vrouwelijke voorzitter. De Partij Voor Communicatie heeft zelfs een bestuur dat volledig uit vrouwen bestaat.Limon maakte duidelijk dat gendergelijkheid in de politiek geen exclusieve vrouwenzaak is. “Dit is geen politieke of etnische kwestie, maar een Surinaamse kwestie. De vrouw kan en moet een leidende rol spelen. Wij zijn hier om vrouwen te versterken, om hen meer besluitvormingsposities te geven en ook meer macht. We kunnen niet wachten op verandering, we moeten het zelf doen.”DiscussieProminente vrouwelijke politici gaven tijdens de bijeenkomst hun visie op de rol van vrouwen in de politiek. Er was een panel dat bestond uit Marge Getrouw van Palu, Joyce Williams van SPA/lijsttrekker van Optsu en Ingrid Karta-Bink van de NDP. De bijeenkomst trok 40 vrouwen. De enige man was Henk Ramnandanlal van Optsu. Ook waren er afgevaardigden van verschillende politieke partijen en kandidaat-politici zoals Justine Eduards van BEP. Opvallend was de afwezigheid van de VHP. Maar ook viel op dat toppolitica Jenny Geerlings-Simons, voorzitter van de NDP er niet was. Er waren ook vrouwen uit het maatschappelijke middenveld, onder wie Sherida Mormon en Carla Boëtius, die ook als dagvoorzitter optrad.

DoelenDe Women Power Politics Foundation werd zeven jaar geleden opgericht en zet zich in voor meer genderbalans in de politiek en het vergroten van de invloed van vrouwen op besluitvormingsniveau. Volgens voorzitter Limon organiseert de stichting regelmatig bijeenkomsten en trainingen over gendergelijkheid. Hoewel ze zelf geen politieke kleur heeft, telt het bestuur van haar stichting vrouwen van diverse politieke partijen, onder wie Krishna Mathoera van de VHP, Priscilla Dawsa van Abop, Joan Nibte van PRO en Jennifer Vreedzaam van de NDP. Ook maatschappelijke organisaties zijn betrokken, zoals Naks in de persoon van haar voorzitter Siegmien Staphorst.“We hebben bewust gekozen voor een brede samenstelling, zodat het geen partijpolitieke zaak wordt. Vrouwenkwesties overstijgen partijpolitiek,” aldus Limon.