‘Taboes blokkeren seksuele ontwikkeling jongeren met beperking’

Onderzoek wijst op noodzaak van betere voorlichting en training

door Gilliamo Orban

PARAMARIBO — Jongeren met het syndroom van Down en een lichte verstandelijke beperking in Suriname worden ernstig belemmerd in hun seksuele ontwikkeling. Ze krijgen weinig herhaling van de informatie, hebben een beperkt sociaal netwerk en relaties worden soms afgeremd. Dat blijkt uit een recent onderzoek van Gracia van Stamperen aan de Academie voor Hoger Kunst- en Cultuuronderwijs (AHKCO).

Uit de literatuurstudie blijkt dat seksuele voorlichting vaak tekortschiet. Informatie wordt moeilijk onthouden en onvoldoende herhaald, terwijl hulpverleners vaak niet goed zijn opgeleid.

“Mensen met een beperking hebben recht op liefde, relaties en een gezonde seksualiteitsbeleving”

Ook hebben jongeren met een verstandelijke beperking een beperkt sociaal netwerk. Ze hebben bijna altijd alleen contact met familie of begeleiders. “Dat maakt het vinden van een partner heel lastig. Relaties worden soms bewust of onbewust afgeremd uit angst voor misbruik of ongewenste zwangerschap”, stelt Van Stamperen.

Zorgen bij netwerkbijeenkomst

Deze zorgen kwamen vrijdagavond ook naar voren tijdens de netwerkbijeenkomst ‘Beperkt Leven?!’ van de Vereniging van Sociaal Werkers en de Epilepsie Vereniging Suriname. Mensen met een beperking in Suriname krijgen nauwelijks goede seksuele voorlichting. Organisaties die zich inzetten voor deze doelgroep geven aan dat er nog veel kennis ontbreekt en dat de samenleving de seksuele ontwikkeling van deze groep vaak onderschat of negeert.

De conclusie van de avond was dat er dringend behoefte is aan betere seksuele voorlichting, training en onderzoek. “Om eerlijk te zijn is er nog geen enkele organisatie die structureel voorlichting hierover geeft”, zei maatschappelijk werker Whitney Ayambia. Die signalen sluiten nauw aan bij de motivatie van Van Stamperen om juist dit onderwerp te onderzoeken.

Achtergrond en motivatie

Zij raakte voor het eerst betrokken bij de doelgroep tijdens haar oriëntatiestage bij de Mr. Huber Stichting en later als sportcoach bij de Ilonka Elmont Foundation. Ze begon gebarentaal te leren en wilde haar vierdejaarsstage bij een organisatie voor mensen met een beperking lopen. Door de coronapandemie kon dat niet doorgaan, maar ze legde wel contact met Stichting Downsyndroom Suriname. “Daar merkte ik hoe groot de behoefte is om seksualiteit bespreekbaar te maken”, houdt ze de Ware Tijd voor.

Het onderwerp kreeg extra urgentie na de ratificatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een beperking in 2017. Suriname beloofde toen maatregelen te nemen om gelijke deelname aan de samenleving te bevorderen, ook op het gebied van seksualiteit. “Het is belangrijk dat de samenleving deze jongeren niet overslaat, maar juist ondersteunt in hun ontwikkeling”, onderstreept Van Stamperen.

Onderzoek

Voor haar scriptie onderzocht Van Stamperen hoe jongeren met downsyndroom en een lichte verstandelijke beperking tussen achttien en 35 jaar in Suriname begeleid kunnen worden in hun seksuele ontwikkeling. Ze combineerde literatuuronderzoek met observaties en casestudies van vier jongeren bij stichting Downsyndroom Suriname. Daarbij gebruikte ze onder meer het seksganzenbord, een spel dat seksualiteit op een speelse en begrijpelijke manier bespreekbaar maakt en helpt misbruik te voorkomen.

De resultaten lieten zien dat alle deelnemers hun kennis en begrip van seksualiteit kunnen vergroten met gerichte begeleiding en educatie. Het seksganzenbord bleek daarbij een effectief hulpmiddel. “Wel bleek dat informatie vaak herhaald moet worden en dat ouders en begeleiders extra training nodig hebben om de jongeren te ondersteunen.”

Taboe doorbreken

Van Stamperen pleit voor op maat gemaakte seksuele voorlichtingsprogramma’s die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van jongeren met downsyndroom. Ouders en begeleiders moeten trainingen krijgen om de juiste ondersteuning te bieden. Ook is het belangrijk veilige ruimtes te creëren waar jongeren openlijk over seksualiteit kunnen praten, bewustwordingscampagnes te starten en duidelijke informatie te geven over seksuele rechten en verantwoordelijkheden.

Volgens Van Stamperen gaat haar scriptie verder dan een academische opdracht. “Mensen met een beperking hebben recht op liefde, relaties en een gezonde seksualiteitsbeleving. Het is tijd dat Suriname dit onderwerp serieus neemt en de taboes doorbreekt.”

Hoewel stichting Downsyndroom Suriname in 2019 al een drukbezochte lezing organiseerde over dit thema, bleef vervolgactie uit. Ook organisaties zoals stichting Wan Okasi vragen al jaren aandacht voor dit vraagstuk. “Mijn wens is dat dit onderzoek niet in de la verdwijnt, maar wordt gebruikt door hulpverleners, ouders en beleidsmakers. Samen kunnen we ervoor zorgen dat jongeren met downsyndroom en een lichte verstandelijke beperking hun recht op een gezonde en respectvolle seksualiteit kunnen uitoefenen”, besluit Van Stamperen.