Surinamers zonder paspoort zijn ook Surinamers

INGEZONDEN
In Nederland zitten honderden Surinamers zonder paspoort ondergedoken. Schattingen lopen uiteen van zeshonderd tot 1250. Zij zijn hun Nederlandse nationaliteit kwijtgeraakt bij de onafhankelijkheid op 25 november 1975. Bij de Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten gesloten tussen Nederland en Suriname verkregen Surinamers die ingeschreven stonden in Suriname de Surinaamse nationaliteit.

Degenen die niet in Suriname woonachtig waren behielden de Nederlandse nationaliteit. Er was ook een groep die tussen de wal en het schip viel. Die kreeg gedurende een overgangsperiode de kans alsnog de Nederlandse of de Surinaamse nationaliteit aan te vragen.

“Intussen maakt een tweetal betrekkelijk nieuwe politieke partijen in Suriname zich hard om Surinamers die in Suriname geboren zijn de Surinaamse nationaliteit toe te kennen en wel op grond van het Territorialiteitsbeginsel”

Surinamers die daarvan geen gebruik konden maken of met een visum naar Nederland kwamen en niet terug konden keren naar Suriname hebben geen verblijfsstatus in Nederland en duiken daarom veelal onder. Zij mogen niet werken en krijgen geen uitkering. Zij zijn niet verzekerd tegen ziektekosten en zijn dus afhankelijk van familie, vrienden en van organisaties als het Leger des Heils.
Voor deze groep zogenoemde ongedocumenteerden is er een eenmalige humanitaire regeling in het leven geroepen.
Voorwaarden daarvoor zijn:
een verblijfsvergunning aanvragen indien men kan bewijzen tien jaar of langer in Nederland te hebben verbleven
de aanvraag moet worden ingediend tussen 1 januari 2025 en 1 juli 2025
een verblijfsvergunning kan alleen verkregen worden met een geboortebewijs uit Suriname. Een verlopen paspoort is ook goed, evenals een bewijs van voormalig Nederlanderschap
verder is vereist dat men de afgelopen tien jaar niet veroordeeld is voor een misdrijf
De aanvraag moet worden ingediend bij de gemeente Amsterdam, ook indien men buiten Amsterdam verblijft in een andere gemeente. Het Amsterdams Solidariteit Komitee Vluchtelingen kan daarbij nu al helpen. Het is dus niet verstandig om te wachten tot 1 januari en zeker niet indien men een geboortewijs uit Suriname moet laten halen of andere stukken die u nodig hebt.
Intussen maakt een tweetal betrekkelijk nieuwe politieke partijen in Suriname zich hard om Surinamers die in Suriname geboren zijn de Surinaamse nationaliteit toe te kennen en wel op grond van het Territorialiteitsbeginsel, het ius soli, het recht van de grond. Daarvoor hoeft men dus nog geen belasting betaald te hebben. Voor de onafhankelijkheid verkregen Surinamers de Nederlandse nationaliteit op grond van het Afstammingsbeginsel, het ius sanguinis of de bloedband. Men verkreeg de nationaliteit van vader of moeder.
NDP heeft het zogenoemde document Personen van Surinaamse Afkomst (PSA) ingevoerd. Later wilde de NDP een nationale discussie over toekenning van de Surinaamse nationaliteit aan Surinamers met een Nederlandse nationaliteit, de SuriNeds.
President Santhokhi van VHP speelde met het idee om de Surinaamse nationaliteit toe te kennen aan uitverkorenen uit de diaspora, voor zover deze zouden investeren in Suriname. Onlangs was de president blij en enthousiast dat een Surinamer de Nederlandse nationaliteit wilde opgeven voor de Surinaamse. Dat enthousiasme konden wij in het verleden ook meemaken bij de NDP wanneer een aanhanger daartoe bereid was. Dat werd breed uitgemeten.
Het standpunt van NPS, Abop en andere politieke partijen is vooralsnog niet bekend. Het zou interessant zijn dit standpunt in verkiezingsprogramma’s op te nemen. Dan kunnen wij zien hoe lief Surinamers in Suriname, Surinamers in het buitenland hebben.
Rinaldo van Rhemen
De redactie van de Ware Tijd stelt lezers in de gelegenheid stukken in te zenden ter publicatie. In principe worden alle ingezonden artikelen opgenomen, tenzij de inhoud schadelijk, kwetsend of beledigend is voor derden. Stukken die worden geplaatst komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de mening van de Ware Tijd. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken niet te plaatsen, of in te korten of te redigeren zonder dat die uit hun context worden gehaald.