SURINAME VERDIENT BETER DAN VERDEELDHEID

De afgelopen dagen werden we opnieuw geconfronteerd met een pijnlijk herkenbaar fenomeen de verdeeldheid. Dwars door de verkiezingscampagne, hebben we een heleboel lelijke uitlatingen over Hindoestanen en creolen moeten aanhoren. Niet de constructieve discussie of gezonde meningsverschillen, die een democratie kunnen versterken, maar een giftige vorm denken die wordt gevoed door propagandisten, politici en zogenaamde opinieleiders die elkaar in het openbaar de huid vol scholden en nog steeds schelden. Het is gênant. Het is schadelijk. En het is allesbehalve nodig. Suriname bevindt zich op een kruispunt. Economisch wankelen we nog steeds op het randje. Sociaal zijn de spanningen voelbaar. Politiek is er een groeiend wantrouwen tegenover het leiderschap. Juist nu hebben we elkaar nodig, als samenleving, als burgers, als mensen om samen te werken aan een beter morgen. Maar in plaats daarvan, zien we hoe mensen elkaar in hokjes proberen te duwen langs etnische lijnen, politieke kleur, of sociaaleconomische achtergrond.
Deze verdeeldheid is niet nieuw. Ze is diepgeworteld in onze geschiedenis van kolonialisme, contractarbeid en machtsverschuivingen en verhoudingen. Maar dat is geen excuus om ze te blijven reproduceren. Integendeel. Onze generatie, deze tijd, deze crisis, alles schreeuwt om een nieuw bewustzijn. Genoeg van het opzwepen van het volk met verdachtmakingen. Genoeg van het racialiseren van problemen die vaak genoeg universeel zijn. Genoeg van het uitspelen van bevolkingsgroepen tegen elkaar om politiek gewin. Suriname zal pas vooruitkomen als we leren luisteren, maar ook écht luisteren naar elkaars zorgen, elkaars hoop, elkaars pijn. Dit betekent niet dat we het altijd met elkaar eens moeten zijn. Maar het betekent wél, dat we elkaar met respect behandelen, zelfs wanneer we fundamenteel van mening verschillen. Dat we stoppen met schelden, beledigen en uitlokken, vooral wanneer je een voorbeeldfunctie vervult. Wie zichzelf presenteert als leider – of dat nu politiek, religieus of maatschappelijk is – heeft de plicht om te verbinden, niet om te verdelen. De toekomst van Suriname ligt niet in de handen van één groep, één partij of één persoon. Ze ligt in onze gezamenlijke handen. En dat vereist moed. Moed om oude denkpatronen los te laten. Moed om de dialoog aan te gaan, zonder vooroordelen. Moed om een brug te zijn in plaats van een muur. Suriname bouwen we niet met verdeeldheid. Niet met raciaal denken. Niet met haatdragende taal. Suriname bouwen we met visie, met samenwerking, en bovenal: met elkaar!
The post SURINAME VERDIENT BETER DAN VERDEELDHEID ..