De roep om systeemverandering klinkt vandaag luid in Suriname. In maatschappelijke discussies, in de media en in politieke debatten wordt steeds vaker gezegd: het moet anders. De Staat moet eerlijker worden, de overheid betrouwbaarder, de samenleving rechtvaardiger. Maar terwijl velen de symptomen aanwijzen, blijft één kernvraag vaak onderbelicht: op welke fundamenten moet een echte systeemverandering worden gebouwd?Wie de structuur van onze overheid serieus bestudeert, ziet dat het probleem dieper ligt dan personen of incidenten. De overheid in Suriname mist nog altijd een stevig bestuursrechtelijk fundament: wetten en regels die bestuurlijke processen voorspelbaar, controleerbaar en rechtvaardig maken. Zonder dat fundament blijven goede bedoelingen gevangen in willekeur en improvisatie.De Surinaamse situatie is niet uniek. Overal ter wereld kampen ontwikkelingslanden met een vorm van bestuurlijke complexiteit die verschilt van die in ontwikkelde staten. Dit verschil is geen kwestie van “achterstand” maar van wezenlijk andere institutionele omstandigheden. Internationale bestuurskundigen zoals Tom Christensen en Geert Bouckaert hebben aangetoond dat in veel jonge staten de langdurige traditie waarin wetgeving en bestuur elkaar stap voor stap hebben gevormd, afwezig is. Daardoor ontbreekt vaak de ‘geleefde rechtsstatelijkheid’ die in ontwikkelde landen vanzelfsprekend is.Onze overheid opereert daardoor in een omgeving waarin regels vaak versnipperd zijn, procedures onduidelijk, en waar discretionaire ruimte groot is. Dit is geen abstract probleem. We zien het terug in aanbestedingen waar regels niet transparant worden toegepast, in vergunningstelsels waar rechtsgelijkheid ver te zoeken is, en in beleidsprogramma’s die verzanden omdat de basisstructuur ontbreekt om ze goed uit te voeren.Tegelijkertijd wordt in Suriname vaak gekeken naar buitenlandse bestuursmodellen. Er wordt gesproken over marktwerking, publiek-private samenwerking, outputfinanciering en digitalisering. Dat zijn op zich waardevolle concepten – maar ze zijn ontstaan in maatschappijen waar de basis al stevig was: waar duidelijke wetten, transparante procedures en effectieve rechtsbescherming vanzelfsprekend waren.Zonder die basis is het kopiëren van zulke modellen als proberen een huis op drijfzand te bouwen. Wat nodig is voor echte systeemverandering, is eerst iets veel fundamentelers: versterking van het bestuursrecht. We moeten beginnen met het codificeren van basale processen: hoe worden vergunningen verleend, hoe worden subsidies toegekend, hoe wordt toezicht gehouden, hoe kan een burger bezwaar maken? Duidelijk, eenvoudig, toegankelijk en voor iedereen gelijk.Daarbij moet het bestuur verplicht worden om besluiten te motiveren: niet omdat het moet voor de vorm, maar omdat verantwoording de kern is van een betrouwbare overheid. Geen achterkamertjes, geen ambtelijke willekeur, maar transparante keuzes die juridisch toetsbaar zijn.Verder moeten we inzetten op nalevingsbevordering: niet alleen straffen als het misgaat, maar burgers en bedrijven actief begeleiden en stimuleren om samen te bouwen aan een cultuur van rechtmatigheid.Dit alles vraagt om een bewuste keuze: eerst ons fundament bouwen voordat we hogere verdiepingen proberen op te trekken. Bestuursrecht is geen technische bijzaak; het is de zuurstof van een eerlijke samenleving.Rechtswetenschappers als Magda Hoever-Venoaks en Leo Damen die zich hebben gespecialiseerd in het Surinaams bestuursrecht hebben in hun werk al lang gewaarschuwd dat ons bestuursrecht onvoldoende is ontwikkeld om de overheid te dwingen tot voorspelbaar en rechtvaardig handelen. Internationale analyses, zoals die van Osborne over New Public Governance, onderstrepen dat bestuurlijke hervormingen alleen kans van slagen hebben als de wettelijke basis betrouwbaar is.Het goede nieuws is: systeemverandering is mogelijk. Maar dan moeten we ophouden te doen alsof nieuwe beleidsideeën of personen alleen het verschil kunnen maken. Echte verandering vraagt om het versterken van de regels die ons allemaal, bestuurders én burgers, binden aan een hogere norm: de norm van recht, rede en verantwoordelijkheid.Suriname verdient een systeem dat niet steunt op toevalligheden of persoonlijke loyaliteiten, maar op wetgeving die rechtvaardigheid en transparantie borgt. Bestuursrecht is daarbij niet het eindstation, maar de noodzakelijke eerste stap.Zonder stevig fundament geen duurzaam huis. Zonder stevig bestuursrecht heeft echte systeemverandering weinig kans van slagen.Jim A. Yard M.SC LL.Mlegpromovendus Surinaams bestuursrecht
- Inbrekers stelen grote bedragen uit kluis in woning Coesewi…..
- Minister Kuldipsingh: Suriname is nog geen voedselschuur, m…..
- Hoofd Vuilophaal: “We hebben al het vuil opgehaald”..
- Karg: ‘Overhaaste invoering nieuw Burgerlijk Wetboek brengt…..
- Stroomstoring treft grote delen van Spanje en Portugal..
- Minister MacAndrew: Moderne Arbo-wet essentieel voor veilig…..
- OPTSU: “Overheid en verwerkers buiten volk en rijstboeren u…..
- DNA-kandidaat Nibte bezorgd na nieuwe inbraakpoging bij ver…..
- Mijn gezondheid is geen bevel..
- Bondru zegt: Stemmen op integere leiders en steunt voor Mat…..
- Waardering..
- ‘Positie vrouwen in Surinaamse sport nog steeds niet wat he…..
- Extra bewaking bij commissariaten na pogingen tot inbraak..
- Eerste verkiezingsbeurs erg gemoedelijk verlopen..
- Kick-off jaarlijkse traditie ‘Huldiging Doorzetters’, met e…..
- Verklaring van A20, PRO en DOE..
- Wandelloop voor verbetering van leefbaarheid in woonwijk La…..
- Autobestuurder rijdt tegen trekker op en overlijdt in zieke…..
- Gemoederen verhit tijdens verkiezingsdebat Surinaamse polit…..
- Soerijatie Jatin gehuwd Zuidveen..
- Noodoplossing bedacht voor wateroverlast Van ‘t Hogerhuysst…..