Suriname krijgt eeuwenoude bijlen van vóór 1492 terug

De stichting Surinaams Museum is dinsdag vier Inheemse bijlen uit de precolumbiaanse tijd rijker geworden. De vier artefacten, op de hand gemaakte stenen bijlen, zijn formeel door de Franse ambassade in bijzijn van de Franse douane overhandigd aan Santosh Singh, inhoudelijk directeur en conservator van het Surinaams Museum. Singh spreekt van een genereus gebaar vanuit de Fransen en diepgaande erkenning van onze gedeelde geschiedenis.

De artefacten staan symbool het voor het rijke erfgoed van Amerika – vóór het contact met Europa, gaf Singh aan. “Ze zullen nu verblijven waar ze rechtmatig thuishoren: in Suriname, waar ze zullen worden bestudeerd, bewaard en gewaardeerd door toekomstige generaties.” Singh, zelf archeoloog zegt dat de bijlen (drie bijna complete bijlen en één is een fragment van een bijl) zijn opgegraven in de omgeving van het dorp ‘Tomatoe’ te Langatabiki, nabij Meriam goudmijn. “Ze zijn precolumbiaans en wij als archeologen kunnen geen tijd vastpinnen aan steen.” Zijn eerste indruk is dat de bijlen ouder zijn dan 1492, de tijd voordat Christoffel Columbus naar de Amerika’s kwam.

Personen nemen vaker uit onwetendheid objecten mee en staan er niet bij stil wat de (historische) waarde ervan is voor de omgeving, cultuur (stam) en geschiedenis van het land. Ze vinden het leuk om iets te vinden en thuis te wijzen, noemt Singh enkele redenen. Andere rapen ze op uit financiële overweging en verkopen de artefacten door aan opkopers. De vier Inheemse bijlen uit de precolumbiaanse leveren iets van SRD 1000 – 1500 per stuk op. Opkopers zijn of verzamelaars of gebruiken de objecten voor rituelen en spirituele doeleinden. Singh benadrukt dat archeologisch gezien het moeilijk is als een object verplaats worden. De puzzel is dan incompleet. Hij roept iedereen op om de objecten niet aan te raken. “Anders kunnen wij maar vijftig procent van het verhaal vertellen, we gaan moet gissen. Het is onze verantwoordelijk om onze eigen geschieden te beschermen, no fas’ng.”

De Franse douane heeft deze kunstvoorwerpen in beslag genomen tijdens een controle van een postpakket in St. Laurent, Frans-Guyana met als bestemming Frankrijk. De zenders zijn na betaling van een boete heengezonden en zouden naar zeggen van Ulysse de Gendt, inspecteur van de Franse douane niet op de hoogte zijn van de Franse wet -en regelgeving over de verboden uitvoerlijst. De Fransen besloten om deze artefacten terug te geven aan Suriname. Directeur Richard Marie van de Franse douane stelde de teruggave als symbool voor de goede samenwerking tussen de twee buurlanden.

Door initiatieven als deze inspireren we een nieuwe generatie om de diepe erfenis te waarderen die onze samenleving heeft gevormd, vindt Singh. “De ontvangen artefacten markeren het begin van iets moois: een hernieuwde interesse in ons erfgoed en een kans om opnieuw in contact te komen met de wortels van de Surinaamse identiteit.”

Na de formele ondertekening van de overhandigingsdocumenten, kreeg inspecteur De Gendt een mediale opgespeld door de Franse ambassadeur Nicolas de Lacoste. Een Franse traditie om douane officieren die iets bijzonder hebben verricht te waarderen.De artefacten zijn overgedragen aan het directoraat Cultuur voor verder onderzoek. Nadat de informatie is ingewonnen worden zij samen met andere artefacten tentoongesteld in het Surinaams Museum Fort Zeelandia.