Suriname en EU versterken samenwerking tijdens 11de Partnerschap Dialoog

De 11de ronde van de artikel 3 Partnerschap Dialoog tussen Suriname en de Europese Unie (EU) vond plaats onder voorzitterschap van minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) en EU-ambassadeur René van Nes. Tijdens de bijeenkomst, gehouden op 4 december 2024, lag de focus op het bespreken van onderwerpen van wederzijds belang en het verdiepen van de samenwerking tussen Suriname en de EU-lidstaten.
Onder de thema’s die aan bod kwamen, bevonden zich politieke ontwikkelingen, investeringskansen, klimaatverandering, landbouw en voedselzekerheid. Ook kwesties zoals mensenrechten, illegale visserij, goed bestuur en internationale veiligheid stonden centraal.
Minister Ramdin benadrukte dat Suriname sinds 2020 grote stappen heeft gezet in het herstellen van internationale relaties, economische hervormingen en het herstructureren van de staatsschuld. Hij wees erop dat de regering subsidies heeft verminderd en hervormingen in de publieke sector in gang heeft gezet.
Op regionaal niveau belichtte Ramdin de situatie in Venezuela en Haïti, grensgeschillen zoals die met Guyana, en Surinames voortgezette verzoek om visumvrijstelling voor zijn burgers. Daarnaast pleitte hij voor een hernieuwde fysieke aanwezigheid van de EU in Suriname en meer steun voor klimaatinitiatieven.
Minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) benadrukte het belang van bosbehoud. “Suriname heeft 93 procent bosbedekking, maar dit behoud heeft een prijs. We blijven pleiten voor meer financiële steun, omdat onze mitigatie-inspanningen onvoldoende worden beloond,” aldus Dasai.
EU-ambassadeur René van Nes prees Suriname als een betrouwbare partner, met stabiele relaties met EU-lidstaten zoals Nederland en Frankrijk. Hij wees echter op zorgen over kwikgebruik en de impact van mijnbouw in grensgebieden zoals de Marowijne- en Lawa-rivier.
De EU waardeerde ook Surinames steun in de internationale arena, zoals in de situatie rond Oekraïne. Tegelijkertijd wees de ambassadeur op mogelijke gevolgen van veranderingen in het Europees Parlement voor de samenwerking met Suriname.
De EU ondersteunt Suriname via het 11de Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) met ongeveer 32 miljoen euro. Dit bedrag is bestemd voor sectoren zoals landbouw, justitie, hernieuwbare energie en klimaatverandering. Daarnaast is er een bilaterale enveloppe van 13 miljoen euro onder het NDICI, specifiek voor de bosbouwsector. Projecten zoals het mangroveherstelprogramma met de UNDP en technische ondersteuning aan de overheid werden eveneens besproken.
Beide partijen spraken af om de frequentie van de dialoog te verhogen, gezien de omvang en intensiteit van de samenwerking. Dit versterkt de gezamenlijke inspanningen voor duurzame ontwikkeling en stabiliteit in de regio.