Surinaamse verkiezingen

Rimpeling in stilstaand troebel water
Het stof van de parlementsverkiezingen in Suriname dwarrelt geleidelijk neer. De schermutselingen over coalitievorming zijn in volle gang. Alle politieke partijen kijken door hun gekleurde bril naar de uitkomsten van de verkiezingen en trekken daaruit hun conclusies. Daarbij wordt niet altijd rekening gehouden met de gewijzigde omstandigheden. In 2020 was het districtenstelsel van toepassing en waren lijstcombinaties toegestaan. In 2025 geldt voor het eerst het stelsel van evenredige vertegenwoordiging en zijn lijstcombinaties niet langer toegestaan. De meest objectieve vergelijking met de uitslag van de verkiezingen in 2020 is die waarbij hiermee rekening wordt gehouden.
De fictieve zetelverdeling voor De Nationale Assemblée in 2020 heb ik daarvoor opnieuw bepaald. De ABOP was in 2020 een lijstverbinding aangegaan met de PL, waardoor de PL een zetel behaalde met een ABOP-kandidaat. Deze zetel heb ik in de tabel opgenomen onder de ABOP. Wat blijkt wanneer we deze zetelverdeling vergelijken met de uitslag van de verkiezingen in 2025? De VHP verliest vijf zetels omdat een aantal VHP-stemmers ontevreden is over de prestaties van de regering-Santokhi. De meesten hiervan zijn overgestapt naar de NDP, die vier zetels wint. Enkele kiesgerechtigden die in 2020 op de VHP stemden, kozen nu voor A20, dat één zetel in De Nationale Assemblée verkrijgt. Verder verandert er helemaal niets in de zetelverdeling.
 

Partij
2020
2025

A20
0
1

ABOP
6
6

BEP
1
1

NDP
14
18

NPS
6
6

PL
2
2

VHP
22
17

Totaal
51
51

Wat kunnen we hieruit afleiden? De Surinaamse politiek heeft twee politieke partijen als kampioenskandidaten, de NDP en de VHP. Deze hebben bij de laatste verkiezingen stuivertje gewisseld, door het welhaast onvermijdelijke verlies van stemmen voor de VHP nadat deze de afgelopen jaren de regering heeft geleid. De VHP kon het ook moeilijk goed doen met de bestuurlijke en financiële chaos die de NDP in 2020 achterliet. De overheidsfinanciën zijn nu weer een beetje op orde, waarbij aflossingen van staatsschulden veelal zijn uitgesteld, onder meer in afwachting van de opbrengsten uit de offshore oliewinning. De regering onder leiding van Santokhi heeft ook herhaaldelijk geblunderd, vanaf de benoeming van zijn vrouw in allerlei functies kort na de in 2020 gewonnen verkiezingen. Een aantal grote problemen is niet aangepakt, ondanks een ontelbaar aantal commissies dat Santokhi hiervoor binnen zijn schaduwregering in het leven heeft geroepen. Het verstandshuwelijk met de vicepresident met grote belangen in de goudsector heeft hierbij niet geholpen.
De Surinaamse politiek heeft twee politieke partijen als subtoppers, de ABOP en de NPS. Deze hebben een tamelijk vaste aanhang onder de marrons in het binnenland, respectievelijk de stadscreolen van de oude politiek in Paramaribo en Wanica. De partijleiders zitten, zoals gebruikelijk in Suriname, vast in het zadel en belemmeren daarmee de ontwikkeling van de partijen. Door opportunisme gedreven lijken de voormannen bereid om met iedere andere grote partij te gaan regeren, hoewel de weerstand binnen de NPS kennelijk groot is om met de NDP een coalitie aan te gaan.
De overige zetels worden verdeeld door PL, BEP en A20, de laatste als enige nieuwkomer in het parlement. PL verliest wel een deel van de stemmen door het wispelturige gedrag van de familie Somohardjo, maar behoudt haar zetels. BEP behoudt het percentage van de stemmen en een zetel. Een groot aantal andere, dikwijls nieuwe, politieke organisaties die zich noodzakelijkerwijs hebben verenigd in een zevental politieke partijen of zich aansloten bij al bestaande andere partijen, konden geen potje breken of een deuk in een pakje boter slaan. Suriname stemt conservatief en laat weinig ruimte voor nieuwkomers. Deze splinterpartijen kunnen beter eieren voor hun geld kiezen, fuseren met een andere partij die wel in het parlement vertegenwoordigd is, of de zaak opdoeken.
Kortom, de VHP verliest kiezers aan de NDP en verder is er nauwelijks iets veranderd in het Surinaamse politieke landschap. De NDP wist snel alle andere partijen dan de VHP over te halen de intentie kenbaar te maken een coalitie te vormen. Het is opmerkelijk dat deze zeer verschillende partijen samenwerking met de NDP wel zien zitten. Vermoedelijk ligt opportunisme en hunkering naar macht door het verkrijgen van mooie posten op ministeries, ambassades en parastatale bedrijven hieraan ten grondslag. Het is de vraag hoe lang een dergelijke coalitie standhoudt. De veelal slecht geschoolde Surinaamse bevolking zal niet bevroeden dat de NDP naar verwachting weer een financiële chaos en een onbetaalbare staatsschuld zal laten ontstaan.
Santokhi likt zijn wonden. Hij heeft nog geen zelfreflectie publiekelijk laten blijken over de vraag hoe het zo mis heeft kunnen gaan met de steun voor de VHP. Naar mijn mening is Santokhi hier vooral zelf debet aan. De VHP had de verkiezingen met vlag en wimpel gewonnen wanneer Santokhi een president van het volk was geweest, die nepotisme ook onder zijn eigen leiding had verfoeid. Santokhi vraagt te wachten met besluitvorming over een coalitie totdat …