Supermarktkassa als graadmeter van echte welvaart

door

De discussie over economische vooruitgang in Suriname krijgt een nieuw perspectief: meet de economie niet aan hoe de top 1% het doet, maar aan hoe de onderste 99% overleeft in de supermarkt. Deze uitspraak wint terrein onder economen en sociale denkers die de groeiende ongelijkheid in het land aan de kaak stellen.

Hoewel officiële cijfers wijzen op “stabilisatie” en een lichte economische groei, blijft het dagelijks leven voor de meerderheid onbetaalbaar.

In de supermarkten moeten velen kiezen tussen basisproducten of medicijnen, terwijl een kleine elite geen enkele last lijkt te ondervinden van prijsstijgingen of valutadruk.

Financieel analist Harold waarschuwt: “Zolang beleidsmakers hun succes meten aan beurscijfers of IMF-statistieken, en niet aan hoe een gezin met minimumloon zijn karretje vult, blijven we blind voor de echte situatie.”

Tijdens regeringswisselingen belooft men telkens sociale verlichting, maar de realiteit voor de armste huishoudens blijft bitter. “De rijen bij sociale gaarkeukens zijn langere indicatoren dan de cijfers in een begroting”, aldus Harold.

Een duurzame economie vereist inclusiviteit en rechtvaardigheid. Zolang de onderste lagen van de samenleving nauwelijks ademruimte hebben, is er van echte vooruitgang geen sprake. Welvaart moet voelbaar zijn, niet alleen zichtbaar op papier.