Studenten in het buitenland ontvangen wel studietoelagen

Santosh Oedairadjsingh, het hoofd van het Bureau Onderwijsinformatie en Studiefaciliteiten (BOS), geeft in gesprek met Suriname suriname aan wat de situatie is van Surinaamse studenten die met beurzen naar het buitenland zijn gestuurd voor studie, met name naar Cuba en Servië. Oedairadjsingh benadrukt dat de Surinaamse overheid geen beurzen verstrekt, maar eerder beurzen implementeert die zijn aangeboden door bevriende landen en internationale organisaties.
Voor de studenten die naar Cuba zijn gestuurd, voorziet de beurs in collegegeld, huisvesting, voeding en soms wat handgeld. Er is echter een verschil in de situatie van de Surinaamse studenten op Cuba door de huidige sociaal-economische crisis in het land, waardoor de ontvangen middelen niet voldoende zijn. Het bedrag dat de studenten ontvangen bedraag 400 pesos. De regering is ingekomen met een bedrag tussen 100 en 250 Amerikaanse dollar.
Volgens Oedairadjsingh is het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) wel verantwoordelijk voor het betalen van studiekosten en het verstrekken van aanvullende steun aan studenten die via dit ministerie naar het buitenland zijn gestuurd. Er is echter een andere situatie voor studenten die via het ministerie van Volksgezondheid naar het buitenland zijn gestuurd. Deze groep werd ooit onder minister Antoine Elias gestuurd, en Oedairadjsingh wijst op de “onverantwoordelijke stappen” die toen zijn genomen, wat nu leidt tot de problemen die deze studenten ondervinden.
Er is een groep van ongeveer 25 Surinaamse studenten in Cuba die zijn uitgezonden door het minOWC en via een diplomatieke nota zijn toegelaten op basis van een Cubaanse beurs. Voor deze groep zijn er geen achterstanden in betalingen, en de Surinaamse overheid zorgt voor hun reis naar Cuba en het verstrekken van een eenmalige betaling van 500 euro per student. De beurzen zelf voorzien in collegegeld, huisvesting, verzekering en maandelijkse tegemoetkomingen. Deze groep is uitgezonden door het ministerie van Volksgezondheid.
De situatie van Surinaamse studenten in Servië is anders. De eerste twee groepen studenten zijn uitgezonden door het ministerie van Volksgezondheid, en de laatste twee groepen via het minOWC. De Servische overheid financiert de beurzen, inclusief collegegeld, accommodatie, verzekering en een maandelijkse tegemoetkoming (stipend). De Surinaamse overheid heeft voor de vliegtickets gezorgd en verstrekt een eenmalige betaling van 500 euro per student.
Gerda Kajuffa, een oud-hoofd van het BOS en beleidsadviseur, geeft aan dat ze niet op de hoogte is van de situatie van de betrokken studenten, aangezien er geen officiële klachten zijn ingediend bij het minOWC. Ze benadrukt ook dat het ministerie alleen verantwoordelijk is voor de beurzen die via diplomatieke nota’s vanuit bevriende landen zijn verstrekt, en niet voor de studenten die particulier naar het buitenland zijn gegaan.
De opgave betreffende het uitbetalen van studietoelagen kwam ter sprake toen duidelijk werd dat studenten, studietoelagen kunnen aanvragen, terwijl er een groep in het buitenland zit die al jaren geen studietoelagen heeft ontvangen. Het bedrag dat nu wordt uitgekeerd aan de studenten is SRD 800.