Strengere controle op kassasystemen

door

Minister Rishma Kuldipsingh van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ) blijft erop aandringen dat winkeliers beschikken over een deugdelijk kassasysteem. Dit systeem moet een bon genereren waarop duidelijk staat wat de consument heeft betaald, waarvoor en in een begrijpelijke taal. De minister keurt het af als een bon in de Chinese taal wordt uitgeprint, aangezien klanten daar niets mee kunnen.
Eerder heeft het ministerie enkele winkels gesloten omdat zij niet over een geschikt kassasysteem beschikten, conform de wet. Nadat deze winkels hun systemen hadden aangepast, kregen zij weer toestemming om hun deuren te openen. Dit besluit stuitte echter op verzet van de winkeliers. Minister Kuldipsingh benadrukt in het programma Tak’ kon mit’ mi via GOV TV dat de winkeliers voldoende tijd hebben gehad om zich aan de wet te houden.
De minister verwijst naar het prijsaanduidingsbesluit dat in februari 2024 bijna een jaar geleden werd gepubliceerd. Dit besluit bevat de regels waaraan winkeliers zich moeten houden. Er is met alle betrokken partijen overlegd en duidelijk gemaakt dat wie zich niet aan het besluit houdt, in overtreding is. Dit kan volgens Kuldipsingh leiden tot sancties.
De minister legt uit dat het hier gaat om een economisch delict wanneer de bonnen niet in overeenstemming zijn met de wet. Bij de vorige wetgeving had het ministerie minder bevoegdheden, maar het prijsaanduidingsbesluit biedt EZ meer mogelijkheden om op te treden.
Na de invoering van de wet in februari 2024 werd er een overgangsperiode van drie maanden ingevoerd. Toch bleek in de praktijk dat veel winkeliers zich niet aan de wet hielden. In mei 2024 werd duidelijk dat de winkeliers nog steeds niet volledig waren voorbereid. Het ministerie besloot daarop de overgangsperiode te verlengen tot november.
Toen het ministerie in november constateerde dat er nog steeds geen verbetering was, besloot de minister over te gaan tot boetes voor de winkeliers die zich niet aan het besluit hadden gehouden. In totaal werd SRD 8 miljoen aan boetes geïnd.
De minister merkt op dat hoewel de boetes betaald worden, winkeliers vaak zonder verdere gevolgen doorgaan met hun oude praktijken. Dit leidt er volgens haar toe dat de consument het slachtoffer wordt, omdat de kosten van de boetes vaak op hen worden verhaald.
Als reactie hierop heeft het ministerie nu bestuursrechtelijke bevoegdheden om winkels tijdelijk te sluiten. Dit wordt als zwaarder ervaren door de winkeliers dan een boete van enkele duizenden SRD’s, en het moet volgens Kuldipsingh zorgen voor betere naleving van de wet.